Beste,
1. Mijn vader is in juli overleden. Hij en zijn tweede echtgenote zijn getrouwd met een huwelijkscontract met scheiding van goederen.
Met zijn tweede echtgenote heeft hij een dochter. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij nog 2 dochters & 1 zoon.
In zijn testament heeft hij zijn onroerend goed en inboedel geschonken met vrijstelling van inbreng in natura aan zijn jongste dochter, uit het tweede huwelijk.
Een stagaire van de uitvoerende notaris heeft nadien alles berekend (1/4 bijzonder deel & 3/4 reserve).
1/4 gaat dan naar jongste dochter; 3/4 verdeeld onder 4 kinderen ==> jongste dochter heeft overschrijding van BD, en dient andere
3 kinderen "uit te betalen".
Doch voor deze berekening heeft men rekening gehouden met een schatting van het onroerend goed uit 2004, zijnde na het overlijden
van zijn tweede echtgenote.
Is het opportuun om een nieuwe schatting te laten verrichten op het onroerend goed
(beschreven als een "magazijn", doch ingericht als kantoor, en mogelijke bouwgrond).
2. Tevens hebben we een bericht van wijziging van aangifte van de personenbelasting van de aanslagjaren 2006 & 2007 ontvangen,
waaruit blijkt dat hij bepaalde kosten heeft ingebracht als beroepskosten die niet aanvaard zijn.
Hierdoor zal waarschijnlijk (weet meer na afspraak bij belastingsdienst) extra moeten opgelegd worden.
Hangen deze twee punten onherroepellijk samen, en aanvaarden we dan best, al dan niet na schatting, de erfenis onder voorrecht van boedelbeschrijving??