In een gerechtelijke zaak waar op alle niveaus van tussenkomende rechtbanken onregelmatigheden geschiedden, is het nu de beurt voor het Hof van Cassatie.
Er komt een 'kennisgeving van dagbepaling' toe voor een zaak waar de benaming totaal niets te maken heeft met geen van beide betrokkenen. Er komt eveneens een brief toe gericht aan dezelfde foutieve naam. De naam van één der partijen die in de kennisgeving staat als partij t/ X heeft ook totaal geen uitstaans met de personen die de kennisgeving ontvangen en er is hen geen zaak bekend met die naam.
Indien dit wel degelijk een fout van het Hof van Cassatie blijkt te zijn, kan dit dan wettelijk betrekking hebben op een totaal andere naam? Is dit wettelijk? Kan deze zaak doorgaan (voor een persoon met een totaal andere voornaam én voor een partij tegen X, met een verkeerde voornaam)? Wat zijn de gevolgen voor de geldigheid van eventuele beslissingen?
En allicht even belangrijk, als één der partijen op zijn naam geen kennisgeving kreeg, wat zijn de gevolgen voor de ganse procedure van Cassatie en hun eventuele beslissing?
Er is nog een bijkomend element. Gelet op de diverse, opeenvolgende en eenvoudig bewijsbare onregelmatigheden begaan door 5 (ja vijf, waarbij niet de minste zijn) opeenvolgende advocaten was het overduidelijk dat het totaal geen zin had om in deze zaak nog verder met enige advocaat te werken. De partijen handelen dus zelf in persoon in deze strafzaak (het is waanzin van zonder een advocaat dergelijke procedure af te handelen, maar zoals vermeld zorgen opeenvolgende advocaten juist voor de mogelijkheden dat opeenvolgende rechtbanken deze zaak onregelmatig afhandelen of juist niet kunnen afgehandeld kunnen worden, wat betreft beroepsprocedures van betrokkenen tegen de vastgestelde onregelmatigheden). De kennisgeving van Cassatie vermeld evenwel 'Uw aanwezigheid is niet verplicht'.
Voor de volledigheid enige bijkomende informatie over deze rechtzaak (teneinde duidelijk te maken dat het hier een bewust onregelmatig handelen betreft, zowel door het betrokken Parket, de KIB, de procedures hierrond, Beroep en nu dus onregelmatigheden bij de behandeling door Cassatie).
Er was vooreerst een klacht tegen een derde partij, er zijn stukken aanwezig in het Parketdossier die bewijzen dat er schriftvervalsing gebeurde door deze derde (een analyse van de stukken door de politierechercheur bewijzen dit 100%).
Om kort te zijn, deze klacht wordt afgewezen. De beroepsprocedure tegen deze afwijzing beëindigt abnormaal door het abnormaal handelen van de advocaat die de klagers aanstelden.
Deze tegenpartij legt zelf een klacht neer en verwijst naar een getuige. Deze getuigeverklaring bewijst dat het gewoon niet mogelijk is dat er gebeurde wat deze klager aangeeft. Eigenaardig genoeg wordt deze klacht (met het bewijs dat het totaal niet gebeurde zoals deze derde klager weergeeft) afgehandeld correctioneel.
Een klacht bij de procureur-generaal over de afhandelingen voor de verschillende rechtbanken wordt voor en drogreden afgewimpeld (feit : het betreft hetzelfde parket-generaal dat aangesteld werd om de klacht van de cannabisboer te behandelen inzake de omkopingsgelden, ga maar na wat deze behandeling door ditzelfde procureur-generaal opleverde).
Nu dus het Hof van Cassatie.
Het is dus belangrijk te weten of het Hof van Cassatie deze zaak op haar beurt op een onregelmatige wijze kan en mag afhandelen. Ik veronderstel dat geen Cassatie mogelijk is tegen de abnormale afhandeling door Cassatie.
Er loopt één rode draad door de ganse afhandeling, gestart met het Parket en nu uiteindelijk voor Cassatie, namelijk dat betrokkenen totaal geen rechtszekerheid verkregen (en dat is een understatement). Deze ganse zaak geeft wel iets anders aan wat er voor zorgt dat er serieuze vragen zijn of dit land zich een rechtstaat mag noemen. Als dergelijke feiten op zo'n eenvoudige wijze kunnen geschieden én ingedekt worden door een Parket-generaal 'Zij komt niet tussen in een lopende procedure'. Gaat zij ook niet tussenkomen in een zaak van doorlopende straffeiten?