Bij toekenning van onderhoudsuitkering kan rechtbank wel rekening houden met zware fouten van partij die de uitkering vraagt - fouten dienen door verweerder bewezen te worden - zie verbeterde tekst van wetsontwerp 30 maart 2007:
http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/51/2341/51K2341025.pdf
De rechtbank kan het verzoek om een uitkering weigeren
indien de verweerder bewijst dat verzoeker een
zware fout heeft begaan die de voortzetting van de samenleving
onmogelijk heeft gemaakt.
In geen geval wordt de uitkering tot levensonderhoud
toegekend aan de echtgenoot die schuldig werd bevonden
aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403
of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd
tegen de persoon van de verweerder of aan een poging
tot het plegen van een in de artikelen 375, 393, 394 of
397 van hetzelfde Wetboek bedoeld feit tegen diezelfde
persoon.
? 3. De rechtbank legt het bedrag van de onderhoudsuitkering
vast die ten minste de staat van behoefte van
de uitkeringsgerechtigde moet dekken.
De rechtbank houdt rekening met de inkomsten en
mogelijkheden van de echtgenoten en met de aanzienlijke
terugval van de economische situatie van de
uitkeringsgerechtigde. Om die terugval te waarderen,
baseert de rechter zich met name op de duur van het
huwelijk, de leeftijd van partijen, hun gedrag tijdens het
huwelijk inzake de organisatie van hun noden en het
ten laste nemen van de kinderen tijdens het samenleven
of daarna. De rechter kan indien nodig beslissen
dat de uitkering degressief zal zijn en in welke mate.
De onderhoudsuitkering mag niet hoger liggen dan
een derde van het inkomen van de uitkeringsplichtige
echtgenoot.
? 4. De duur van de uitkering mag niet langer zijn
dan die van het huwelijk.
odonelp