#4 , 31 aug 2010 09:08
“Art.374.§ 1.Wanneer de ouders niet samenleven, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen...Bij gebreke van overeenstemming over de organisatie van de huisvesting van het kind, over de belangrijke beslissingen betreffende zijn gezondheid, zijn opvoeding, zijn opleiding en zijn ontspanning en over de godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes of wanneer deze overeenstemming strijdig lijkt met het belang van het kind, kan de bevoegde rechter de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend opdragen aan één van beide ouders. Hij kan eveneens bepalen welke beslissingen met betrekking tot de opvoeding alleen met instemming van beide ouders kunnen worden genomen...”(Burgerlijk Wetboek).
De bevoegde rechter is de Jeugdrechtbank van de plaats waar het kind verblijft.
Dit verzoek aan de jeugdrechter gebeurt bij verzoekschrift op tegenspraak. Kopieer daartoe de tekst van art.1034ter Gerechtelijk Wetboek en gebruik deze als invulformulier,mits omzetting in briefvorm. Dit kan ook zonder advocaat.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/