#3 , 27 aug 2010 12:41
Wat de schoolpremies betreft : wat staat er in het vonnis - van welk ogenblik heeft het vonnis kracht van wet - gezag van gewijsde gekregen? - staat daar in schoolpremies --- alle tegemoetkomingen voro de kinderen en van wanneer??
Artikel 391bis
Met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete
van vijftig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen,
onverminderd de toepassing van strengere straffen, indien daartoe grond
bestaat, wordt gestraft hij die, na door een rechterlijke beslissing
waartegen geen verzet of hoger beroep meer openstaat, te zijn
veroordeeld om een uitkering tot onderhoud te betalen aan zijn
echtgenoot, aan zijn bloedverwanten in de nederdalende of in de
opgaande lijn, meer dan twee maanden vrijwillig in gebreke blijft de
termijnen ervan te kwijten.
Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, in de omstandigheden
omschreven in het eerste lid, niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in
de artikelen 203bis, 206, 207, 301, 303, 336 en 353-14 van het Burgerlijk
Wetboek en in de artikelen 1288, 3° en 4° van het Gerechtelijk Wetboek.
Dezelfde straffen zijn van toepassing op de echtgenoot die zich vrijwillig
geheel of ten dele onttrekt aan de gevolgen van de machtiging door de
rechter verleend krachtens de artikelen 203ter, 221 en 301, § 11 van het
Burgerlijk Wetboek en 1280, vijfde lid van het Gerechtelijk Wetboek ,
wanneer tegen die machtiging geen verzet of hoger beroep meer
openstaat.
Hetzelfde geldt voor de echtgenoot die, na te zijn veroordeeld, hetzij tot
een van de verplichtingen op de niet-nakoming waarvan door de eerste
twee leden van dit artikel straf is gesteld, hetzij ingevolge de artikelen
203ter, 221 en 301, § 11 van het Burgerlijk Wetboek en 1280, vijfde lid
van het Gerechtelijk Wetboek zich vrijwillig ervan onthoudt de door de
sociale wetgeving voorgeschreven formaliteiten te vervullen en zijn
echtgenoot of zijn kinderen aldus berooft van de voordelen waarop zij
aanspraak konden maken.
Dezelfde straffen gelden voor eenieder die het toezicht op de gezinsbijslag
of andere sociale uitkeringen vrijwillig belemmert, door na te laten de
nodige documenten te bezorgen aan de instellingen belast met de
vereffening van die uitkeringen, door valse of onvolledige aangiften te
doen, of door de bestemming te wijzigen die de persoon of de overheid,
aangewezen overeenkomstig artikel 29 van de wet van 8 april 1965
betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen
die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van
de door dit feit veroorzaakte schade, eraan gegeven heeft.
In geval van een tweede veroordeling wegens een van de in dit artikel
omschreven misdrijven, gepleegd binnen een termijn van vijf jaar te
rekenen van de eerste, kunnen de straffen worden verdubbeld.
--------------------
Vervangen bij art. 1, W 05.07.1963 (B.S., 19.07.1963).
Gewijzigd bij art. 93, W 31.03.1987 (B.S., 27.05.1987); bij
art. 2, W 26.06.2000 (B.S. 29.07.2000), met ingang van
01.01.2002 (art. 9); bij art. 6, W 24.04.2003 (B.S.,
16.05.2003), met ingang van 01.09.2005 (art. 6, KB 24.08.2005
(B.S., 29.08.2005 (tweede uitg.))) en bij art. 2, W 10.08.2005
(B.S., 02.09.2005 (eerste uitg.)), met ingang van 02.09.2005
(art. 14).
Lid 2 gewijzigd bij art. 40, 1°, W 27.04.2007 (B.S., 07.06.2007),
met ingang van 01.09.2007.
Lid 3 en 4 gewijzigd bij art. 40, 2° en 3°, W 27.04.2007 (B.S.,
07.06.2007), met ingang van 01.09.2007.
Lid 5 gewijzigd bij art. 21, W 15.05.2006 (B.S., 02.06.2006), met
ingang van 16.10.2006 (art. 1, KB 28.09.2006 (B.S., 29.09.2006)).
Artikel 391ter
Wanneer een persoon meer dan twee maanden in gebreke is gebleven te
voldoen aan een van de verplichtingen op de niet-nakoming waarvan bij
artikel 391bis straf is gesteld, kan hij voor de vrederechter worden
opgeroepen op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar
ministerie. De oproeping geschiedt door middel van een aangetekende
brief, door de griffier getekend en verzonden met een bericht van
ontvangst.
De vrederechter neemt de verklaringen van de partijen af en maakt van
een en ander een proces-verbaal op, dat hij aan de procureur des Konings
doet toekomen.
--------------------
Ingevoegd bij art. 2 W. 05.07.1963 (B.S., 19.07.1963).