In de verkoopovereenkomst (Wet Breyne van toepassing) alsook in de notariële akte staat vermeld dat "...de termijn voor de oplevering van de privatieve delen bepaald is op x aantal werkdagen ..."
In het appartementsgebouw zijn 8 van de negentien appartementen verkocht. Die 8 appartementen inclusief de gemeenschappelijke delen zijn voorlopig opgeleverd. De nog niet verkochte appartementen worden slechts met mondjesmaat afgewerkt, met als gevolg dat we meer dan één jaar na de ingebruikneming van ons appartement nog steeds gehinderd worden door deze werken. Wegens de slappe economische situatie schat de promotor dat het nog vijf jaar kan duren vooraleer het laatste appartement verkocht zal zijn; de werken zullen nog even lang aanslepen (eindafwerking appartementen gebeurt niet voor ze verkocht zijn).
Met het oog op de komende definitieve oplevering van de gemeenschappelijke delen zijn nu de schilderwerken begonnen. Helaas, wat wordt geschilderd op dag 1 wordt reeds beschadigd de dag daarna door het binnengesleep van bouwmaterialen. De lift wordt ook gebruikt als tranportmiddel voor de bouwmaterialen, keukenkasten, baden, enz.
Een ander gevolg is dat elke week, reeds enkele uren na het poetsen van inkom en gangen, alles er terug smerig bijligt.
Mijn vraag is nu:
- kunnen we eisen dat de promotor zorgt voor een snelle afwerking van de niet-verkochte appartementen (geldt de termijn die vermeld is in de compromis en de akte niet voor alle appartementen in het gebouw?)
- kunnen we hem de poetsbeurten die nu betaald worden door de VME niet volledig ten laste leggen
- hoe handelen wat betreft de beschadigingen aan de afwerking van de gemeenschappelijke delen (moeilijk te bewijzen wie ze veroorzaakt natuurlijk)