Aangetekend tegen verwijderen bomen bezwaar maken bij verhuurder. Bomen deel van reden waarom u het pand hebt gehuurd. U kan zich eventueel beroepen op de volgende artikels BW:
Art. 1719. De verhuurder is, uit de aard van het contract, en zonder dat daartoe enig bijzonder beding nodig is, verplicht :
1° Het verhuurde goed aan de huurder te leveren;
2° Dat goed in zodanige staat te onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is;
3° De huurder het rustig genot daarvan te doen hebben zolang de duur duurt.
Art. 1723. De verhuurder mag gedurende de huurtijd de gedaante van het verhuurde goed niet veranderen.
Voor het betreden van de tuin kan u hem wijzen op:
Onder de term woning,in de zin van art.10(nu 15) G.W. en art.87 Sv. moet worden verstaan de plaats,met inbegrip van de erdoor omsloten eigen aanhorigheden,die een persoon bewoont om er zijn verblijf of zijn werkelijke verblijfplaats te vestigen en waarbij hij uit dien hoofde recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer,zijn rust en meer in het algemeen zijn privéleven‘(Cass. 23 juni 1993,J.L.M.B. 1993,1058,F.Rechtspr. 1993,afl.14,7).
“Onder de term ‘woning‘ in de zin van art.15 (G.W.),moet de plaats worden verstaan,met inbegrip van de erdoor omsloten eigen aanhorigheden,die een persoon bewoont om er zijn verblijf of zijn werkelijke verblijfplaats te vestigen en waar hij uit dien hoofde recht heeft op de eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer,zijn rust en meer in het algemeen zijn privéleven“[Cass. 8 september 2004 (D.G./O.M.), R.W.2005-06, 540-542, Noot VANNESTE,F. Het begrip woning in het licht van de huiszoeking:een huis met vele kamers?].
Uit het samenvermelden van art.15 Grondwet en art.87 Wetboek van Strafvordering kan AFGELEID worden dat ook in het strafrecht de ‘door de (woon)plaats OMSLOTEN eigen aanhorigheden’ tot de woning behoren.
Zie ook noten VANDEPLAS,A. en DE MEYER,J. onder Rk.Leuven 3 juni 1977,R.W. 1977-78,1770 & 2250.
Grondwet. Art. 15. De woning is onschendbaar.