akte1: vader schenkt enkele onroerende goederen + onderneming aan zijn 3 kinderen in onverdeeldheid elk 1/3
akte 2: kinderen verdelen zelf al die goederen met onderlinge opleggen, maar de onderneming gaat integraal naar 1 kind
Intussen is de waarde van de onderneming geweldig gestegen ingevolge grote grondwaarde-stijging.(niet ingevolge bloeiende zaak)
VRAAG: kunnen de 2 kinderen die de onderneming afgestaan hebben beroep doen op een herziening van de "fictieve massa" ingevolge die grote stijging van de waarde van de onderneming?