Betaling studies

JulieCaluwe
Topic Starter
Berichten: 1
Juridisch actief: Nee

Betaling studies

#1 , 16 aug 2019 13:50

Dag,

Mijn vraag gaat over de betaling van mijn studies.

Sinds vorig jaar studeer ik, waarvan de kosten gedeeld worden door mijn moeder en vader. Zij zijn al lang gescheiden en er is destijds officieel geregeld om deze kosten te delen, namelijk ieder de helft. Hij werd op voorhand geïnformeerd over deze kosten en had inspraak in de grootte van de kost in mate van het mogelijke (huurprijs kot, leefgeld,...). Hij ging akkoord dat het mogelijk was.

Nu heb ik eigenlijk al jarenlang onderlinge problemen met mijn vader en wil eigenlijk geen contact meer met hem. Hij nog wel met mij. Ik vroeg me af of het mogelijk is om geen contact meer met hem te hebben, zonder consequenties ivm met zijn betaling. Zonder zijn inbreng kan ik namelijk niet studeren.

Kan hij iets ‘afdwingen’ om mij toch te zien/contact met mij te hebben?

Ik ben meerderjarig en hij betaalt geen alimentatie meer.

Indien er bijkomende info nodig is hoor ik het graag.


Julie

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Marcus Aurelius
Berichten: 3814
Juridisch actief: Nee

#2 , 16 aug 2019 16:59

Uw vader komt nog altijd tussen in uw kosten. Ik vind het dan ook een beetje kort door de bocht als u stelt dat uw vader geen "alimentatie" meer betaalt.

misschien eens lezen

Art. 203.[1 § 1. De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind.
§ 2. Met middelen wordt onder andere bedoeld alle beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten van de ouders, alsook alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard en deze van de kinderen waarborgen.
§ 3. De langstlevende echtgenoot is gehouden tot de verplichting gesteld in paragraaf 1 ten aanzien van de kinderen van de vooroverleden echtgenoot van wie hij niet de vader of de moeder is, binnen de grenzen van hetgeen hij heeft verkregen uit de nalatenschap van de vooroverledene en van de voordelen die deze hem mocht hebben verleend bij huwelijkscontract, door schenking of bij testament.]1
[2 Deze verplichting vervalt ten aanzien van het kind dat onwaardig is om van de vooroverleden echtgenoot te erven. De rechter schort zijn uitspraak op tot de beslissing die tot onwaardigheid leidt in kracht van gewijsde is getreden. ]2
----------
(1)<W 2010-03-19/05, art. 2, 048; Inwerkingtreding : 01-08-2010; zie ook art. 17>
(2)<W 2012-12-10/14, art. 2, 057; Inwerkingtreding : 21-01-2013>

Art. 203bis.[1 § 1. Elke ouder draagt bij in de kosten die voortvloeien uit de bij artikel 203, § 1, bepaalde verplichting, in verhouding tot zijn respectieve aandeel in de samengevoegde middelen.
§ 2. Onverminderd de rechten van het kind, kan elk van de ouders van de andere ouder diens bijdrage vorderen in de kosten voortvloeiende uit artikel 203, § 1.
§ 3. De kosten omvatten de gewone kosten en de buitengewone kosten.
De gewone kosten zijn alle gebruikelijke kosten met betrekking tot het dagelijkse onderhoud van het kind.
Onder buitengewone kosten wordt verstaan de uitzonderlijke, noodzakelijke of onvoorzienbare uitgaven die voortvloeien uit toevallige of ongewone gebeurtenissen en die het gebruikelijke budget voor het dagelijkse onderhoud van het kind dat desgevallend als basis diende voor de vaststelling van de onderhoudsbijdragen, overschrijden.
[4 In de gevallen waarin buitengewone kosten het voorwerp moeten zijn van een voorafgaand overleg en een uitdrukkelijk voorafgaand akkoord, behalve in geval van hoogdringendheid en overmacht, is aan de vereiste van een uitdrukkelijk voorafgaand akkoord voldaan wanneer de ouder aan wie het verzoek tot akkoord wordt gericht bij aangetekende zending, elektronische aangetekende zending of faxbericht, nalaat hierop op dezelfde wijze te reageren binnen eenentwintig dagen, te rekenen van de dag na de verzending. Als het verzoek tijdens de schoolvakanties van minstens één week of meer geformuleerd is, wordt deze termijn tot dertig dagen verlengd.
Wanneer een uitgave wordt geweigerd, zal de betwisting door de meest gerede partij worden voorgelegd aan de bevoegde rechter.
De Koning stelt de buitengewone kosten vast, alsook de wijze van afrekening van deze kosten en bepaalt welke buitengewone kosten het voorwerp moeten zijn van een voorafgaand overleg en een uitdrukkelijk akkoord, behalve in geval van hoogdringendheid en overmacht. Bij gerechtelijke beslissing of overeenkomst kan worden afgeweken van de door de Koning vastgestelde buitengewone kosten en wijze van afrekening.]4
§ 4. Op vraag van één van de ouders kan de [3 familierechtbank]3 de partijen verplichten een rekening te openen bij een door de [2 Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten]2 op grond van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen vergunde instelling, die bestemd wordt tot de betaling van de bijdragen vastgesteld op grond van artikel 203, § 1.
In dat geval bepaalt de [3 rechtbank]3 minstens :
1° de bijdrage van elk der ouders in de kosten bedoeld in artikel 203, § 1, alsook de sociale voordelen die aan het kind toekomen die op deze rekening gestort dienen te worden;
2° het maandelijks tijdstip waarop deze bijdragen en sociale voordelen gestort dienen te worden;
3° de wijze waarop over de op deze rekening gestorte sommen kan worden beschikt;
4° de kosten die betaald worden met deze gelden;
5° de organisatie van het toezicht op de uitgaven;
6° de manier waarop tekorten aangevuld zullen worden;
7° de bestemming van de overschotten die op deze rekening gestort worden.
Stortingen van bijdragen gedaan ter uitvoering van dit artikel, worden beschouwd als betalingen van onderhoudsbijdragen in het kader van de in artikel 203, § 1, gedefinieerde onderhoudsverplichting.]1
----------
(1)<W 2010-03-19/05, art. 3, 048; Inwerkingtreding : 01-08-2010; zie ook art. 17>
(2)<W 2011-03-03/01, art. 331; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
(3)<W 2013-07-30/23, art. 19, 065; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
(4)<W 2018-12-21/09, art. 125, 086; Inwerkingtreding : 10-01-2019>

misschien ook eens lezen:
https://www.standaard.be/cnt/dmf20130625_00635695
------------------------------------------------------------------------
wat baat kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.

Reclame

Terug naar “Andere”