#4 , 15 apr 2019 13:49
Beste,
Aan welke overheid (-heden) is men verplicht zijn identiteitskaart te tonen?
Krachtens artikel 6 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten, bepaalt de Koning welke de openbare overheden en ambtenaren zijn op wier vordering de identiteitskaart moet worden getoond.
De bepalingen in artikel 1, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten bepalen aan wie de kaart moet worden getoond.
Dit is het geval bij elke vordering van de politie, in het kader van haar wettelijke en reglementaire opdrachten, alsmede bij elke aanvraag van getuigschriften en uittreksels door gemeentelijke diensten of door andere openbare diensten.
De andere overheden dan die welke gemachtigd zijn om te eisen dat de identiteitskaart getoond wordt, mogen de burger slechts vragen om zijn identiteitskaart te tonen: zij kunnen hem geenszins verplichten het te doen.
Hoe gebeurt de identiteitscontrole van een persoon door de politie? Kan de identiteitskaart van de betrokkenen ingehouden worden door de politie of de gemeente?
De identificatie en de identiteitscontrole van een persoon worden uitgevoerd volgens artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten en artikel 34 van de wet op het politieambt.
Artikel 34, §4 van de wet op het politieambt bepaalt de modaliteiten van de identiteitscontrole. Deze modaliteiten zijn dezelfde ongeacht het motief dat de identiteitscontrole rechtvaardigt (arrestatie, poging tot inbreuk of inbreuk, poging tot het verstoren of het verstoren van de openbare orde, vreemdelingenwetgeving, enz.).
Dit artikel 34, §4 schrijft voor dat de identiteitsstukken aan de politieambtenaar overhandigd worden en door deze laatste slechts ingehouden mogen worden gedurende de voor de verificatie van de identiteit noodzakelijke tijd. Ze moeten onmiddellijk teruggegeven worden na de controle. De duur van de identiteitscontrole, en dus van de inhouding van de identiteitsstukken, hangt af van de omstandigheden, met name van de aard van de voorgelegde documenten die mogelijk bijkomende controle vereisen. De identiteitscontrole maakt het niet mogelijk om de betrokken persoon langer dan 12 uur op te houden. De politiediensten kunnen een vreemdeling die geen houder is van de bij de wet vereiste identiteitsstukken of documenten vatten en hem onderwerpen aan een maatregel van bestuurlijke aanhouding, in afwachting van een beslissing van de Minister of zijn gemachtigde. De vrijheidsbeneming mag niet langer dan vierentwintig uur duren (artikel 74/7 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen).
De identiteitscontrole van een persoon impliceert eveneens de controle van de authenticiteit van de door de persoon voorgelegde documenten. De niet-authentieke valse of vervalste documenten zijn het voorwerp van een gerechtelijk beslag.
Voornoemde principes en modaliteiten zijn vermeld in de richtlijnen die opgesteld worden door de verschillende politiekorpsen en in de handboeken van de basisopleiding van de politieagenten.
Een persoon die nagelaten heeft om zijn identiteitskaart te vernieuwen en om het vervallen document aan het gemeentebestuur te bezorgen, overtreedt de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten en kan daardoor een boete krijgen van 26 tot 500 euro. De politieagenten stellen het proces-verbaal van de begane inbreuk op en raden de betrokkene aan om dit in orde te brengen.
Behalve de hypothese van een gerechtelijk beslag, verbiedt artikel 34, §4, van de wet op het politieambt de politiediensten om identiteitsdocumenten in te houden van de houder.
De gemeentebeambte kan, op basis van artikel 5, §1, 1° van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten, de vervallen identiteitskaart inhouden van een persoon die zich aan het loket aanbiedt om een uittreksel uit het bevolkingsregister of een certificaat op basis van deze registers te krijgen. De gemeentebeambte kan de identiteitskaart eveneens inhouden van een persoon die van ambtswege afgevoerd is van het bevolkingsregister, dit op basis van artikel 5, §3 van voormeld koninklijk besluit van 25 maart 2003.