#3 , 15 mar 2019 14:20
Als u met een huwelijkscontract alles wat gemeenschappelijk bij uw overlijden zou laten overgaan op uw echtgenoot, zullen haar wettelijke erfgenamen natuurlijk hierop wel hun aanspraken kunnen laten gelden. Indien u niets doet, is het zoals Wanton zegt dat zij enkel aanspraak kunnen maken op de helft van het gemeenschappelijk vermogen. Alle inkomsten die u verworven hebt, zelfs indien uw echtgenote te uwen laste is, vallen in principe in het gemeenschappelijk vermogen, alsook alles wat u daarmee zou aangeschaft hebben. De helft daarvan wordt wettelijk geacht de eigendom van uw echtgenote te zijn, zoals tot uiting komt bij de ontbinding van het stelsel.
Indien het effectief de bedoeling is dat uw eigen erfgenamen (moeder, zus, kinderen van zus) niets krijgen, dan doet u er inderdaad wel goed aan om een verblijvingsbeding in het voordeel van uw echtgenote op te nemen in het huwelijkscontract en uw echtgenote in een testament uw gehele nalatenschap toe te kennen. De vermelde erfgenamen hebben geen 'reserve' waardoor ze onterfd kunnen worden.
Wil u dit echter niet en wil u de aanspraken van uw erfgenamen veiligstellen en de kinderen van uw echtgenote buiten spel zetten, kan u echter ook een verblijvingsbeding opnemen in het voordeel van uzelf en aan uw echtgenote het wettelijk vruchtgebruik laten, dat uitdooft bij haar overlijden ten voordele van uw wettelijke erfgenamen. De bestendigheid van het verblijvingsbeding zal wel afhangen van de hoegrootheid van het eigen vermogen van uw echtgenote (omdat een deel van wat bij wijze van het huwelijkscontract aan u gebeurlijk toekomt gekwalificeerd kan worden als een schenking en door de niet-gemeenschappelijke kinderen ingekort kan worden).