#4 , 07 dec 2018 14:37
1. Artikel 1397 van het van het Gerechtelijk Wetboek, zoals dit vervangen werd door de wet van 19 oktober 2015, is door art. 155 van de wet van 6 juli 2017
vervangen door het art. 1397 zoals het nu luidt. Dit betekent dat het art 1397 Ger.W., zoals het luidde voor de wijziging door de wet van 6 juli 2017 niet meer bestaat, en niet meer kan worden toegepast op vonnissen die uitgesproken zijn vanaf de inwerkingtreding van de weet van 6 juli 2017. Dit betekent ook dat de overgangsregeling, die van toepassing was op artikel 1397 van het Gerechtelijk Wetboek zoals vervangen door de wet van 19 oktober 2015, ook niet meer van toepassing is op de vonnissen die uitgesproken worden vanaf de inwerkingtreding van de wet van 6 juli 2017.
Het vonnis in uw zaak werd uitgesproken in 2016. Dit is dus voor de wijziging door de wet van 6 juli 2017. Op dit vonnis is dus de overgangsbepaling van de wet van 19 oktober 2015 wel van toepassing en schorst hoger beroep de tenuitvoerlegging, tenzij het vonnis de voorlopige tenuitvoerlegging toestaat. Ik had niet opgemerkt dat het vonnis uitgesproken werd voor de inwerkingtreding van de wet van 6 juli 2017.
2. Aankondigen dat men hoger beroep aantekent is nog niet hetzelfde als beroep aantekenen en belet dus niet dat de tegenpartij, in afwachting dat effectief beroep wordt aangetekend, het vonnis laat betekenen.