#2 , 06 okt 2018 23:44
Vraag 1: Heb je moeilijkheden om je te verplaatsen?
Wat zijn de moeilijkheden om je te verplaatsen?
Ik kan niet gaan,
- Ik kan niet stappen een kilometer of meer op een vlak terrein, zonder hulp, zonder valneigingen en in een normaal tempo,
- Ik kan niet stappen op verschillende, zelf oneffen oppervlakken. Ik kan niet stappen op grind, voorzichtig op sneeuw,
en op een nat oppervlak.
Ik kan niet hindernissen ontwijken, een straat oversteken en verkeerstekens opmerken.
Ik kan geen trappen naar een hogere of lagere verdieping op- en aflopen.
Ik kan mij niet buitenshuis orienteren, in mijn wijk of dorp.
Ik kan niet zonder hulp het openbaar vervoer gebruiken.
Ik kan niet een (automatisch of manueel aangedreven) auto besturen, of als passagier meerijden.
Ik kan niet met een driewieler rijden.
Ik gebruik hulpmiddelen (stok, kruk, orthopedische schoenen, …).
Ik heb hulp van derden nodig.
De aanpassingen aan mijn huis zijn betaald door de Sociale dienst.
Vraag 2: Heb je moeilijkheden om eten te bereiden en eten te nuttigen?
Wat zijn de moeilijkheden om eten te nuttigen of te bereiden?
Ik kan mijn boodschappen niet doen,
- Ik kan geen boodschappenlijst opstellen,
- Ik kan mijn voorraad niet beheren,
- Ik kan niet het nodige vragen en uitkiezen, de versheid van het eten beoordelen,
- Ik kan niet de houdbaarheidsdatum lezen,
- Ik kan niet de prijzen beoordelen,
- Ik kan niet betalen,
- Ik kan de waren niet meenemen naar huis zelfs als ze niet te zwaar zijn.
Ik kan geen brood- of warme maaltijd bereiden, zonder begeleiding, inspanningen en zonder speciale
technische hulpmiddelen of ik heb moeilijkheden om de signalen van huishoudtoestellen te horen.
Ik kan geen keukengerei hanteren.
Ik kan niet alleen eten en drinken, zelfs niet met eventueel wat meer moeilijkheden om te zien of
vast te pakken.
Ik kan geen voedsel innemen, zelfs niet eventueel wat moeilijker of trager.
Vraag 3: Heb je moeilijkheden bij jouw persoonlijke verzorging en het aankleden?
Wat zijn de moeilijkheden bij de persoonlijke verzorging en het aankleden?
Ik kan mij niet aan- en uitkleden zonder hulp en bijzondere inspanningen.
Ik kan mijn kousen, sokken en schoenen niet alleen aantrekken. Ik kan de veters of riempjes van
mijn schoenen niet vastmaken.
Ik kan mijn kleren niet afstemmen op de omstandigheden en niet nagaan of ze proper en versleten zijn.
Ik kan mij niet alleen en volledig wassen zonder uitzonderlijke inspanningen.
Ik kan mijn nagels niet knippen, mijn voeten niet verzorgen, mij niet scheren, mijn haar niet kammen
en mijn tanden niet poetsen.
Ik kan niet alleen naar het toilet gaan.
Ik ben incontinent (is erger dan wat verlies bij inspanningen).
Ik heb een aangepast toilet, douchestoel, badlift, hulpmiddel voor het aantrekken van kousen en schoenen nodig.
Ik kan mij niet zonder hulp van derden wassen of aankleden.
Ik heb een sonde, stoma of canule.
Vraag 4: Heb je moeilijkheden bij het onderhouden van de woning en bij huishoudelijke activiteiten?
Wat zijn de moeilijkheden bij het onderhouden van de woning en bij huishoudelijke activiteiten?
Ik kan geen vaklui oproepen.
Ik kan niet het dagelijkse huishouden doen: afstoffen, vegen, opruimen, bed opmaken.
Ik kan niet het wekelijkse huishouden doen: wassen, drogen, was ophangen, strijken, stofzuigen, dweilen.
Ik kan niet de ramen zemen zelfs als ik er gemakkelijk aan kan.
Ik kan geen afwas- of wasmachine en een droogkast gebruiken en bedienen.
Ik kan geen eenvoudige herstellingen aan de kledij uitvoeren (knoop aannaaien, kledij verstellen, …).
Ik kan geen eenvoudige herstellingen in de woning uitvoeren (lamp verwisselen, spijker inkloppen, …).
Ik kan geen licht tuinwerk verrichten, zoals wieden, harken en gras maaien.
Vraag 5: Heb je moeilijkheden bij het inschatten en vermijden van gevaar?
Wat zijn de moeilijkheden bij het inschatten en vermijden van gevaar?
Ik kan niet een probleem analyseren, adequaat reageren, gevaar opmerken en vermijden.
Ik kan niet volledig zelfstandig leven, en nieuwe en onverwachte situaties het hoofd bieden.
Ik heb regelmatige epilepsieaanvallen of een verhoogde valneiging.
Ik kan niet mijn medicijnen alleen, correct en op de juiste tijdstippen innemen.
Ik kan niet een bankrekening beheren.
Ik ben niet verantwoordelijk voor mijn daden.
Ik heb een bewindvoerder.
Ik heb aanpassingen, zoals lichtsignalering voor slechthorenden, of teletoezicht.
Vraag 6: Heb je moeilijkheden bij onderhouden van contacten met andere personen?
Wat zijn de moeilijkheden bij onderhouden van contacten met andere personen?
Ik kan mij niet mondeling en schriftelijk uitdrukken.
Ik kan anderen niet horen en naar de radio luisteren en televisie kijken, zelfs niet met mijn
hoortoestel.
Ik kan niet goed zien met een bril of lenzen en kan geen boeken en kranten lezen.
Ik kan geen sociale contacten leggen en onderhouden. Ik begrijp de sociale codes niet.
Ik heb een fysiek, zintuigelijk of mentaal probleem dat mij verhindert deel te nemen aan vrijetijds- of
culturele activiteiten.
Ik word op basis van fysieke eigenschappen uitgesloten.
Ik gebruik hulpmiddelen zoals tv-loep, hoortoestel/cochleair implantaat, hulp om te schrijven, pc/fax
om geschreven berichten uit te wisselen voor slechthorenden, brailletoestel. Ik doe een beroep op gebarentolk.