Ik was op de baan aan het rijden en mijn gps gaf aan dat ik bijna bij mijn bestemming was. Ik begon te pinken en te remmen. Ik keek in mijn achteruitkijkspiegel en ik zie niets aankomen. Ik draai naar links en voor ik het weet was er een auto aan het inhalen. Deze auto was niet achter mij aan het rijden en was ongeveer 50 a 60 km per uur aan het rijden (eigen schatting)
Staat dergelijke onzin ook in uw verklaring (aanrijdingsformulier of tegen politie)
Er is geen auto volgens u, maar u kon wél diens snelheid schatten ... straf
* U mag niet afslaan terwijl u ingehaald wordt
* Links inhalen mag niet wanneer u aangeeft naar links te willen gaan (pinker) EN u daartoe reeds naar links begeven hebt (naar links in uw rijstrook, of zelfs links op de rijbaan , ifv tegenliggend verkeer ... iets wat eigenlijk geen kat doet op de weg)
Die EN is géén detail, maar cruciaal in de rechtspraak.
Zolang u niet aan beide voorwaarden voldeed, mocht u links ingehaald worden en niet afslaan.
16.3. Het inhalen geschiedt links.
Het inhalen geschiedt echter rechts wanneer de in te halen bestuurder te kennen heeft gegeven dat hij voornemens is links af te slaan of zijn voertuig op te stellen aan de linkerkant van de openbare weg en zich naar links begeven heeft om deze beweging uit te voeren.
Bovendien is uw volgorde van wat u deed foutief, zoals bij de meeste bestuurders.
Richtingsverandering begint met kijken naar verkeer achter u:
19.1. De bestuurder die naar rechts of naar links wil afslaan om de rijbaan te verlaten of die zijn voertuig langs de linkerkant van een rijbaan met éénrichtingsverkeer wil opstellen, moet zich vooraf ervan vergewissen dat hij dit kan doen zonder gevaar voor de andere weggebruikers, vooral rekening houdend met de vertragingsmogelijkheden van de achterliggers;
Daarna pinken en vertragen ...
19.3. De bestuurder die naar links afslaat moet :
1° zijn voornemen tijdig genoeg kenbaar maken door middel van de linker richtingsaanwijzer wanneer het voertuig daarvan voorzien is of, zoniet en indien mogelijk, door een teken met de arm.
Deze aanduiding moet ophouden zodra de beweging uitgevoerd is;
2° a) op een rijbaan met tweerichtingsverkeer, zich naar links begeven zonder de tegenliggers te hinderen;
b) op een rijbaan met éénrichtingsverkeer, zo dicht mogelijk bij de linkerrand ervan blijven.