#9 , 06 dec 2017 23:22
art 745 quater § 4. BW: Het vruchtgebruik van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap het gezin tot voornaamste woning diende, en van het daarin aanwezige huisraad, kan niet worden omgezet dan met instemming van de langstlevende echtgenoot.
Een vruchtgebruiker is geen mede-eigenaar in onverdeeldheid.
Maar via art 746 quater $4 kan het vruchtgebruik wel worden omgezet in een deel eigendom op vraag van de vruchtgebruiker.
Alsdan zijn alle betrokkenen eigenaars in onverdeeldheid en is er geen vruchtgebruik meer.
Aangezien ze niet kunnen verplicht worden om in onverdeeldheid te blijven kan eender wie van hen desnoods via gerechtelijke weg verkoop en verdeling eisen.
Maar wegens art 745 quater $4 moet de moeder-vruchtgebruiker wel mee willen. Zij kan alles blokkeren tot aan haar overlijden.
"Politici verkiezen echter liever de bedenkelijke heldenstatus van betweter te belichamen tegenover die van de minus habens." (Victor Dauginet in "Het belaste land", pagina 72)