Collega,
Eigenlijk bewonder ik uw hardnekkigheid enigszins. Uw kernprobleem is dat u geen werknemer bent geweest bij de EU, maar wel een ambtenaar. Uw legerdienst werd dan ook niet ONMIDDELLIJK voorafgegaan en/of binnen de 3 jaar gevolgd door een tijdvak van werknemer, maar wel van ambtenaar. Voor wat de ambtenaren betreft is de Federale Pensioendienst privaatrechtelijke sector NIET bevoegd, maar wel de Federale Pensioendienst overheidssector. Dat een ambtenaar geen werknemer is werd o.a. beslecht in de rechtspraak omtrent ambtenaren en het statuut van grenswerknemer. Hierin werd duidelijk gestipuleerd dat inwoners van België die werken in het AZ van Maastricht, niet als grenswerknemer kunnen aanzien worden. Misschien ook even informeren naar de kosten griffierechten en de rechtsplegingsvergoeding.....
Groetjes,
Thieu Rutten
pensioendeskundige.
Dat klopt allemaal en is onweerlegbaar correct, maar dat is nationale wetgeving en nationale rechtspraak. Alsook deels bilaterale regelingen.
De toepassing van artikel 10 EG is EU wetgeving en die staat boven de nationale wetgeving.
Idem voor EU Arresten: die hebben de bovenhand op nationale rechtspraak en kunnen derhalve de nationale rechtspraak deels beknotten voor wat betreft de uitwerking van die Arresten.
Van deze twee punten zijn de voorbeelden legio. Het is courante praktijk.
Verder doet hier ook het onderscheid Belgische ambtenaar versus Belgische loontrekkende niet ter zake, omdat een EU ambtenaar geen Belgische ambtenaar is. De Beschikking waarnaar ik verwees geldt universeel, onafgezien over welk nationaal pensioenstelsel het gaat. De Beschikking geldt trouwens voor alle EU Lidstaten, waaronder een aantal zelfs geen onderscheid kent tussen ambtenarenpensioenen en andere pensioenen.
De EU beschikking is bijgevolg juridisch transparant, ze kijkt door alle nationale wetgevingen heen en kan om dezelfde reden niet gehinderd worden door een mogelijke nationale opdeling van pensioenstelsels (noch door het al of niet bestaan van verplichte legerdienst!).
Behoudens tergend en roekeloos geding zijn de kosten van een geding voor de Arbeidsrechtbank ten laste van de Staat.
Dat risico is uiterst klein aangezien het onderwerp van mijn beroepsprocedure niet de toepassing betreft van een kant en klare, kristalheldere Belgische wetgeving, maar integendeel de kwestieuze interferentie ervan met bindende EU Wetgeving en Rechtspraak.
In dit verband kan ik anekdotisch in de marge vermelden dat de kosten die het proces voor de Staat zal meebrengen vermoedelijk hoger zullen zijn dan ingaan op mijn eis: bij navraag bij mijn ex- werkgever blijkt intussen dat ik vermoedelijk de enige EU ambtenaar ben die Belgische legerdienst heeft vervuld tijdens zijn loopbaan.
Gelet op mijn leeftijd en het minimale bedrag dat ik zou ontvangen is de kosten/baten analyse voor de Belgische Staat alleszins negatief en nadelig voor de nationale begroting......
Daarom is het spijtig dat de FPD zo obstinaat negatief heeft gereageerd op mijn poging minnelijk te schikken zoals aanbevolen op hun eigen website:
"Als betrokkene niet akkoord gaat, is het
aangeraden eerst contact op te nemen met het bevoegde gewestelijk kantoor. Als betrokkene dan nog niet akkoord gaat, kan hij beroep aantekenen tegen de definitieve beslissing bij de bevoegde arbeidsrechtbank. Hij beschikt hiervoor hij over een termijn van drie maanden vanaf de datum van de definitieve beslissing."
"