N.a.v. een vergunningsbeslissing van een gemeente kan er een administratief beroep ingediend worden bij de deputatie. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager. (artikel 4.7.21 §8 VCRO)
Tegen de beroepsbeslissing van de deputatie kan een verzoek tot vernietiging ingediend worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
De Raad voor Vergunningsbetwistingen kan een beroepsbeslissing van de deputatie vernietigen en tevens deze deputatie bevelen om een nieuwe beslissing te nemen binnen een opgelegde termijn. (Artikel 4.8.2. VCRO)
Zolang de beroepsbeslissing van de deputatie vernietigd is wordt het administratief beroep, ingediend bij de deputatie, weer van kracht zodat de vergunningsbeslissing van de gemeente geschorst is.
Hierdoor zal een beroepsbeslissing, die vernietigd werd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen en waarvan de deputatie geen nieuwe beslissing nam binnen de opgelegde termijn, vernietigd blijven aangezien er geen nieuwe beroepsbeslissing aan de aanvrager betekend wordt.
Bijgevolg zal dan de vergunningsbeslissing van de gemeente geschorst blijven daar de deputatie kan geen nieuwe beslissing meer kan nemen, want de opgelegde termijn waarbinnen dit moest gebeuren is verstreken.
Het gevolg daarvan is dat de aanvrager een nieuwe vergunningsaanvraag zal moeten indienen bij de gemeente.
Is deze ‘logische’ redenering juist of fout is? Graag een verduidelijking aub.