Staat er iets in de akten van de verschillende eigendommen vermeld?
Ik vermoed dat er langs beide zijden van die servitudeweg huizen en is de weg tussen de tuinen aangelegd?
http://www.kadaster.be/De_gids/Doorgang ... rvitudeweg" onclick="window.open(this.href);return false;
Betreft het een conventionele erfdienstbaarheid? Is er in uw aankoopakte sprake van deze erfdienstbaarheid?
http://www.landmeters-experten.be/doc%2 ... arheid.pdf" onclick="window.open(this.href);return false;
en ook
http://www.seniorennet.be/Pages/Nieuws/ ... .php?ID=38" onclick="window.open(this.href);return false;
De wetgeving vinden we in het
Burgerlijk wetboek
De aangehaalde artikelen uit het B.W hebben enkel betrekking op de erfdienstbaarheid van overgang die door de rechter wordt toegestaan als een erf ingesloten is. Zijn dus niet van toepassing op de conventionele erfdienstbaarheid of de buurtweg.
De rechten en plichten van de eigenaars en de gebruikers van een servitudeweg worden geregeld door de artikelen 682-685 en artikelen 697-702 van het Burgerlijk Wetboek.
Art. 682. <W> ? 1. De eigenaar wiens erf ingesloten ligt omdat dit geen voldoende toegang heeft tot de openbare weg en deze toegang niet kan inrichten zonder overdreven onkosten of ongemakken, kan, voor het normale gebruik van zijn eigendom naar de bestemming ervan, een uitweg vorderen over de erven van zijn naburen, tegen betaling van een vergoeding in verhouding tot de schade die hij mocht veroorzaken.
? 2. De vordering tot toewijzing van een uitweg is onverjaarbaar.
? 3. Bij stilzitten van de eigenaar kan de gebruiker van het erf dat zich bevindt in de toestand beschreven in ? 1, onder dezelfde voorwaarden een uitweg vorderen, mits hij de eigenaar in de zaak roept.
Art. 683. <W> De ligging van de uitweg wordt door de rechter bepaald op zulk een wijze dat hij het minst schadelijk is.
Indien de ingeslotenheid evenwel het gevolg is van de splitsing van een erf na verkoop, ruiling, verdeling of enige andere omstandigheid, kan de uitweg slechts verleend worden over de percelen die voor de splitsing tot dat erf behoorden, tenzij de openbare weg op die wijze niet voldoende bereikbaar is. De rechter oordeelt naar billijkheid.
Art. 684. <W> De verleende uitweg houdt op, wanneer hij niet meer noodzakelijk is naar het voorschrift van artikel 682, ? 1, of wanneer hij kan genomen worden op een andere plaats, die minder schadelijk is geworden dan de aangewezen ligging.
Men kan zich op geen verjaring beroepen, hoelang de uitweg ook moge bestaan.
De vordering tot afschaffing of tot vetplaatsing van de uitweg kan worden ingesteld door de eigenaar of bij stilzitten van deze door de gebruiker van het heersend of het lijdend erf. De gebruiker dient de eigenaar in de zaak te roepen.
Wanneer de uitweg wordt afgeschaft kan de rechter, in acht genomen de duur van het recht en de geleden schade, de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de ontvangen vergoeding bevelen.
Art. 685. <W> De vordering tot vergoeding, in het geval van artikel 682, is vatbaar voor verjaring en de uitweg moet blijven bestaan, hoewel de vordering tot vergoeding niet meer ontvankelijk is
Art. 697. Hij aan wie erfdienstbaarheid verschuldigd is, heeft het recht alle werken uit te voeren die nodig zijn voor het gebruik en het behoud van die erfdienstbaarheid.
Art. 698. Deze werken komen te zijnen koste, en niet ten koste van de eigenaar van het dienstbare erf, tenzij de titel van vestiging van de erfdienstbaarheid het tegendeel bepaalt.
Art. 699. Zelfs ingeval de eigenaar van het dienstbare erf bij de titel belast is om op zijn kosten de voor het gebruik en het behoud van de erfdienstbaarheid nodige werken uit te voeren, kan hij zich te allen tijde van die last bevrijden, door het dienstbare erf af te staan aan de eigenaar van het erf waaraan de erfdienstbaarheid verschuldigd is.
Art. 700. Indien het erf, ten behoeve waarvan de erfdienstbaarheid is gevestigd, verdeeld wordt, blijft de erfdienstbaarheid voor ieder gedeelte verschuldigd, maar zonder dat de toestand van het dienstbare erf mag worden verzwaard.
Zo, bij voorbeeld, indien het een recht van overgang betreft, zijn alle mede?igenaars verplicht dit over dezelfde plaats uit te oefenen.
Art. 701. De eigenaar van het dienstbare erf mag niets doen dat zou strekken om het gebruik van de erfdienstbaarheid te verminderen of ongemakkelijker te maken.
Zo mag hij de gesteldheid van de plaats niet veranderen, noch de uitoefening van de erfdienstbaarheid verleggen naar een andere plaats dan die welke voor de erfdienstbaarheid oorspronkelijk was aangewezen.
Indien evenwel die oorspronkelijke aanwijzing voor de eigenaar van het dienstbare erf meer bezwarend mocht zijn geworden of indien zij hem verhindert voordelige herstellingen daaraan te verrichten, kan hij de eigenaar van het andere erf een plaats aanbieden die voor de uitoefening van zijn rechten even gemakkelijk is, en deze mag zulks niet afwijzen.
Art. 702. Anderzijds mag hij die een recht van erfdienstbaarheid heeft, daarvan slechts gebruik maken overeenkomstig zijn titel, zonder aan het dienstbare erf of aan het heersende erf een verandering te mogen aanbrengen waardoor de toestand van het eerstgenoemde zou worden verzwaard.