stel:
een geasfalteerde weg. aan beide zijden een verhoogd fietspad in rode klinker. Scheiding tussen fietspad en autorijweg aangeduid door onderbroken gele streep. Er staan ook blauwe ronde borden verplicht voor fietser. Er is GEEN voetpad er staat ook geen blauw bord rond met fiets/voetganger aanduiding. Fietspad eindigt dus tegen de woonhuizen.
Wie moet nu voor wie uit de weg? De fietser die zijn weg vervolgt of de voetgangers die uit tegengestelde richting op het zelfde fietspad komen.