Een gehuwd paar woonde effectief (samen) op twee adressen. Aangezien het KI van onroerend goed A hoger is dan van onroerend goed B werd in de jaarlijkse belastingsaangifte woning B aangegeven als tweede woning en werd woning A niet vermeld.
Ze waren officieel gedomicilieerd in woning B.
Nu is de man overleden. Welke woning geniet nu vrijstelling van erfenisrechten? A of B?
M.a.w. is het criterium de effectieve domiciliering of de wijze waarop de woningen werden aangegeven (of niet aangegegeven) in de jaarlijkse belastingsaangifte? De waarde van woning B (waar ze gedomicieerd waren) is hoger dan van woning A, niettegenstaande woning A een hoger KI heeft. Ze hebben er dus belang bij woning B als gezinswoning aan te duiden in de successieaangifte.