Dit lijkt mij enkel van toepassing bij een zelfstandige?
artikels zijn zowel van toepassing op natuurlijke als rechtspersonen (kortom particulieren, zelfstandigen als vennootschappen).
voor de geintresseerden in de volledige wetteksten:
Gerechtelijk wetboek:
Art. 33. De betekening geschiedt aan de persoon, wanneer het afschrift van de akte aan de geadresseerde zelf wordt ter hand gesteld.
De betekening aan de persoon kan aan de geadresseerde worden gedaan op iedere plaats waar de gerechtsdeurwaarder hem aantreft.
Indien de geadresseerde het afschrift van de akte weigert in ontvangst te nemen, stelt de gerechtsdeurwaarder die weigering vast op het origineel en de betekening wordt geacht aan de persoon te zijn gedaan.
Art. 34. De betekening aan een rechtspersoon wordt geacht aan de persoon te zijn gedaan, wanneer het afschrift van de akte is ter hand gesteld aan het orgaan dat of de aangestelde die krachtens de wet, de statuten of een regelmatige opdracht bevoegd is om de rechtspersoon, zelfs samen met anderen, in rechte te vertegenwoordigen.
Art. 35. Indien de betekening niet aan de persoon kan worden gedaan, geschiedt zij aan de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde en, voor een rechtspersoon, aan de maatschappelijke of de administratieve zetel.
Het afschrift van de akte wordt ter hand gesteld aan een bloedverwante, aanverwante, dienstbode of aangestelde van de geadresseerde.
Het mag niet worden ter hand gesteld aan een kind dat geen volle zestien jaar oud is.
De commissaris van politie moet aan de optredende gerechtsdeurwaarder de plaats aanwijzen waar de partij verblijft, wanneer die hem bekend is en de partij geen woonplaats heeft.
Art. 36. In dit wetboek wordt verstaan :
onder woonplaats : de plaats waar de persoon op de bevolkingsregisters is ingeschreven als hebbende aldaar zijn hoofdverblijf;
onder verblijfplaats : iedere andere vestiging, zoals de plaats waar de persoon kantoor houdt of een handels- of nijverheidszaak drijft.
Art. 37. (§ 1.) Ingeval het exploot (in strafzaken) niet kan worden betekend zoals bepaald is in artikel 35, bestaat de betekening in de afgifte van het afschrift van het exploot op het hoofdkantoor van de gerechtsdeurwaarders, waar dit bestaat, anders op het politiecommissariaat en, waar geen commissaris van politie is, aan de burgemeester, aan een schepen of aan een ambtenaar die daartoe opdracht heeft. <W 1985-05-24/30, art. 1, 002>
De gerechtsdeurwaarder laat in de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, in de verblijfplaats van de geadresseerde, onder gesloten omslag, een bericht achter, waarin hem kennis wordt gegeven van de aanbieding van het exploot en waarin de plaats wordt opgegeven waar hij het kan afhalen.
De Koning richt het hoofdkantoor van de gerechtsdeurwaarders op in de stadcentra die hij bepaalt.
Hij regelt de bevoegdheden en de werkwijze ervan. <W 1985-05-24/30, art. 1, 002>
(§ 2. Het hoofdkantoor, de commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft, naargelang van het geval, neemt de passende maatregelen om het afschrift ten spoedigste te doen toekomen aan de belanghebbende.
Zij berichten onverwijld aan het openbaar ministerie dat de betekening heeft gevorderd, naargelang van het geval, hetzij over de datum waarop het afschrift van het exploot ter hand is gesteld aan de geadresseerde of aan een van de personen bedoeld in artikel 35, hetzij over de reden waarom het afschrift niet ter hand kon worden gesteld.
Daartoe maakt de gerechtsdeurwaarder een formulier op dat informatie bevat over het bevoegd rechtscollege, de datum van de terechtzitting, of van de berechting, het parket dat in kennis moet worden gesteld, alsmede de naam en het adres van de persoon aan wie het afschrift van het exploot ter hand moet worden gesteld. Dit formulier voegt hij bij de omslag die hij terhandstelt aan het hoofdkantoor, de commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft.) <W 1985-05-24/30, art. 1, 002>
§ 3. (De terhandstelling van het afschrift van het exploot aan de commissaris van politie, de burgemeester, de schepen of de ambtenaar die daartoe opdracht heeft, alsook de bezorging ervan aan de geadresseerde of aan een van de in artikel 35 bedoelde personen geschieden kosteloos.) <W 1985-05-24/30, art. 1, 002>
Art. 38. <W 1985-05-24/30, art. 2, 002> 1. Ingeval het exploot in andere dan in strafzaken niet kan worden betekend zoals vastgesteld is in artikel 35, bestaat de betekening in het door de gerechtsdeurwaarder achterlaten aan de woonplaats of, bij gebrek aan een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, van een afschrift van het exploot onder gesloten omslag met vermelding van de gegevens bepaald in artikel 44, eerste lid.
De gerechtsdeurwaarder vermeldt op het origineel van het exploot en op het betekend afschrift, de datum, het uur en de plaats waarop dit afschrift werd achtergelaten.
Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de aanbieding van het exploot, richt de gerechtsdeurwaarder hetzij aan de woonplaats, hetzij, bij gebreke van een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, onder een ter post aangetekende omslag, een door hem ondertekende brief. Deze brief vermeldt de datum en het uur van de aanbieding, alsmede de mogelijkheid voor de geadresseerde persoonlijk, of voor een schriftelijk gevolmachtigde een eensluidend afschrift van dit exploot af te halen op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, tijdens een termijn van maximum drie maanden te rekenen vanaf de betekening.
Wanneer de geadresseerde de overbrenging van woonplaats heeft aangevraagd, wordt de aangetekende brief bedoeld in het derde lid gericht aan de plaats waar hij op de bevolkingsregisters is ingeschreven en aan het adres waarop hij aangekondigd heeft zijn nieuwe woonplaats te willen vestigen.
De brief vermeldt de naam van de gerechtsdeurwaarder, het adres van zijn kantoor, de openingsuren en het telefoonnummer.
Wanneer de vorm bedoeld in het derde tot vijfde lid verzuimd of onregelmatig verricht is, kan de rechter gelasten dat een nieuwe brief, onder aangetekende omslag, wordt gericht aan de geadresseerde van het exploot.
§ 2. Wanneer uit de ter plaatse vastgestelde feitelijke omstandigheden blijkt dat het materieel onmogelijk is tot de betekening over te gaan door het achterlaten van een afschrift van het exploot aan de woonplaats of bij gebrek aan een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, bestaat zij in de terhandstelling van het afschrift aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied deze feitelijke toestand zich voordoet; op het origineel en op het afschrift worden de feitelijke omstandigheden vermeld die de betekening aan de procureur des Konings noodzakelijk maken.
Hetzelfde geldt wanneer de woning waar de persoon aan wie betekend wordt zijn woonplaats heeft, klaarblijkelijk verlaten werd zonder dat hij de overbrenging van woonplaats heeft gevraagd.
Op verzoek van de procureur des Konings worden de nodige maatregelen getroffen opdat het afschrift binnen de korst mogelijke tijd bij de betrokkene toekomt.
De betekening van de procureur des Konings is ongedaan, indien de partij op verzoek van wie zij is verricht de gekozen woonplaats of, bij voorkomend geval, de verblijfplaats van diegene aan wie betekend werd, kende.