De wet van 22 januari 1985 stelt in Art. 118.- § 1 dat "De werkgever mag de werknemer niet ontslaan vanaf het ogenblik waarop hij zijn aanvraag om van het betaald educatief verlof te genieten heeft ingediend overeenkomstig artikel 112 (...), behalve om redenen die vreemd zijn aan die aanvraag. De werkgever dient te bewijzen dat zodanige redenen voorhanden zijn."
De ontslagvergoeding vermeld door § 3 is drie maandlonen.
Kan een werknemer aanspraak maken op die extra ontslagvergoeding indien hij ontslagen is op de dag van zijn aanvraag tot educatief verlof? Daardoor heeft hij immers niet de kans gehad om zijn getuigschrift van inschrijving (art. 112) in te dienen.
De werkgever geeft aan dat de reden tot ontslag het gebrek aan 'match' tussen de partijen is. Hoe sterk is een mindere evaluatie (2 op een schaal van 5) als bewijs voor de werkgever om dat te bekrachtigen?