#4 , 09 jun 2015 11:25
[/quote]
de kennisgave is nietig, niet het ontslag zelf. maar je bent blijven verder werken
ze zullen je opnieuw moeten ontslagen want er is momenteel een nieuwe arbeidsovereenkomst,
mijne inziens moet jij blijven verder werken tot er opnieuw een ontslag volgt. als jij gewoon thuisblijft en een verbrekingsvergoeding eist, ben jij degene die de arbeidsovereenkomst heeft verbroken en verbrekingsvergoeding mag betalen[/quote]
in verband met deze puote :
Nietige opzegging: geldig ontslag ( zie Cass. 28 januari 2008):
tekst van het arrest:
1. Krachtens artikel 37, §1, eerste lid, van de Arbeidsovereenkomstenwet, heeft ieder der partijen
in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur het recht die overeenkomst te beëindigen
door opzegging aan de andere. Krachtens artikel 37, §1, vierde lid, kan de kennisgeving van de
opzegging, indien de opzegging uitgaat van de werkgever, op straffe van nietigheid enkel
geschieden bij aangetekende brief die uitwerking heeft de derde dag na de datum van
verzending, hetzij bij gerechtsdeurwaardersexploot, met dien verstande dat de werknemer die
nietigheid niet kan dekken en dat ze door de rechter van ambtswege wordt vastgesteld.
2. De nietigheid van de opzegging tast evenwel de geldigheid van het ontslag niet aan. Geen
enkele wetsbepaling maakt de geldigheid van het ontslag afhankelijk van bepaalde vormen.
3. Wanneer de opzegging nietig is, bevat het ontslag geen geldige tijdsbepaling, zodat de
arbeidsovereenkomst in beginsel onmiddellijk is beëindigd, ook al vermeldt de ontslagbrief een
latere datum.
In geval evenwel zowel de werkgever als de werknemer zich na de krachtens artikel 37, §1,
vierde lid, van de Arbeidsovereenkomstenwet ongeldige kennisgeving van de daardoor nietig
zijnde opzegging verder hebben gedragen alsof er geen onmiddellijk ontslag heeft
plaatsgevonden, kunnen de partijen door de rechter na een redelijke termijn beschouwd worden
als afstand te hebben gedaan van het recht het onmiddellijk ontslag in te roepen.
De arbeidsovereenkomst blijft dan voortduren totdat ze op een andere wijze wordt beëindigd.
Het staat de partij die door een dergelijke nietige opzegging onmiddellijk ontslag heeft gekregen,
vrij zich al dan niet op de onmiddellijke beëindiging van de
overeenkomst te beroepen.
Het afzien van het inroepen van het onmiddellijk ontslag houdt geen afstand in van de in voormeld
artikel 37, §1, vierde lid, bepaalde absolute nietigheid van de opzegging of van het recht die in te
roepen.
Wanneer de rechtbank vaststelt dat de verweerster de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd in
strijd met voormeld artikel 37, §1, vierde lid, van de Arbeidsovereenkomstenwet. kan zij zonder
schending van de regel van artikel 37 paragraaf een vierde lid (dat absolute nietigheid voorziet)
perfect oordelen dat uit de verdere uitvoering van de arbeidsovereenkomst, zowel het bestaan,
de inhoud van de overeenkomst alsook de wil van de partijen om de uitvoering van de bestaande
arbeidsovereenkomst na te streven , blijkt de rechtbank kan dan op grond daarvan naar recht te
beslissen dat de eiseres zich niet op het onmiddellijk ontslag door de verweerster heeft beroepen
en dat de partijen de arbeidsovereenkomst hebben verder gezet.
commentaar zie ook TPR 2007-4, p. 2004 ev.
Opmerking: sinds 1 januari 2014 is de regeling voor arbeiders en bedienden identiek geworden