Mijn man heeft zijn ontslag ingediend, 1 december was laatste werkdag,
ontslag indienen en laatste werkdag is de eerste van de maand en een donderdag
hoe kan donderdag 1 december je laatste werkdag zijn ?
indien het ging om een opzeggingstermijn in maanden liep die af op 30 november en niet op 1 december
gerechtelijk wetboek
Art. 54. Een in maanden of in jaren bepaalde termijn wordt gerekend van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste.
de werkgever heeft geen eenzijdige voorwaarden te stellen vooraleer het loon uit te betalen , de termijn waarop de lonen moeten zijn betaald , zijn dwingende bepalingen vastgelegd in de loonbeschermingswet
de mogelijkheden voor inhouding van het loon is vastgelegd in art 23
loonbeschermingswet 12/4/1965
art 9 , 4° (Onverminderd het bepaalde in het eerste en derde lid,
moet het loon worden uitbetaald op de tijdstippen en binnen de termijnen die worden bepaald door een collectieve arbeidsovereenkomst.
Bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst, moet het loon worden uitbetaald op de tijdstippen en binnen de termijnen die zijn vastgesteld in het arbeidsreglement of in enig ander vigerend reglement; de bepalingen van deze reglementen mogen de datum van uitbetaling van het loon niet later vaststellen dan
de zevende werkdag na de arbeidsperiode waarover de uitbetaling geschiedt.
Bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst of van bepalingen in het arbeidsreglement of in enig ander vigerend reglement, moet het loon uiterlijk worden uitbetaald op de
vierde werkdag na de arbeidsperiode waarvoor de uitbetaling geschiedt
HOOFDSTUK IV. - Inhoudingen op het loon.
Art. 23. Op het loon van de werknemer mogen alleen in mindering worden gebracht:
1° de inhoudingen krachtens de belastingwetgeving, de wetgeving op de sociale zekerheid en krachtens particuliere of collectieve overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale zekerheid;
2° de krachtens het werkplaatsreglement opgelegde geldboeten;
(3° de vergoedingen en schadeloosstellingen, verschuldigd ter uitvoering van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en van artikel 24 van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomst wegens dienst op binnenschepen en van artikel 5 van de wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen.) <W 2003-02-10/34, art. 7, 012; Inwerkingtreding : 09-03-2003>
4° de voorschotten in geld verstrekt door de werkgever;
5° de gestelde borg voor het nakomen der verplichtingen van de werknemer.
Het totaal van de inhoudingen mag niet meer bedragen dan één vijfde van het bij elke uitbetaling verschuldigde loon in specie na aftrek van de inhoudingen op grond van de belastingwetgeving, van de wetgeving op de sociale zekerheid en van particuliere of collectieve overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale zekerheid.
Deze beperking is echter niet van toepassing wanneer de werknemer bedrog heeft gepleegd of vóór de afrekening van de in het eerste lid, 3°, bedoelde vergoedingen en schadeloosstellingen vrijwillig zijn dienstbetrekking heeft beëindigd.