raad van state

henry2
Topic Starter
Berichten: 11

raad van state

#1 , 17 mei 2011 17:21

Ik sta op het punt om naar de raad van state te stappen en een advocaat te contacteren.
Toch twijfel ik nog en zit ik met enkele vragen. Het betreft mijn identificatiekaart als bewakingsagent die zal worden ingetrokken (geen kaart betekent niet meer mogen werken binnen de sector). Nu had ik wel graag geweten of een procedure bij de raad van state opschortend werkt. Met andere woorden of ik mag blijven verder werken in de bewakingssector als deze procedure loopt.?
Heeft er al iemand ervaring met een procedure bij de raad van state? Hoe lang kan dit duren en wat kan dit kosten?
Moet mijn firma mij om dringende reden ontslaan als ik niet meer als bewakingsagent mag werken?

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
xena

#2 , 17 mei 2011 18:23

Ik sta op het punt om naar de raad van state te stappen en een advocaat te contacteren.
Toch twijfel ik nog en zit ik met enkele vragen. Het betreft mijn identificatiekaart als bewakingsagent die zal worden ingetrokken (geen kaart betekent niet meer mogen werken binnen de sector).
vroeger was de raad van state bevoegd voor de intrekking van de erkenning voor havenarbeiders sinds een wijziging van het gerechtelijk wetboek is de arbeidsrechtbank bevoegd , dus best eens controleren of de raad van state wel bevoegd is

een beroepsverbod onbeperkt in tijd is in strijd met evrm verdrag (dacht art 6)

float
Berichten: 2467
Juridisch actief: Ja

#3 , 18 mei 2011 21:01

Het heeft nog geen zin om naar de Raad van State te stappen. Er moet een hele procedure gevolgd worden vooraleer er een intrekking kan gebeuren.

Koninklijk besluit van 24 mei 1991 tot vaststelling van de regels aangaande de procedure tot schorsing of intrekking van de vergunningen of erkenningen bepaald in de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten:

Art. 2. Alvorens een vergunning of erkenning te schorsen of in te trekken of een identificatiekaart blijvend of voor een bepaalde termijn in te trekken, brengt de Minister van Binnenlandse Zaken of de ambtenaar die hij daartoe machtigt de belanghebbende bij een ter post aangetekende brief op de hoogte van :
1° alle hem ten laste gelegde feiten;
2° de schorsings- of intrekkingsmaatregel die hij beoogt te nemen;
3° het recht van de belanghebbende om inzage te nemen van zijn dossier en om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman van zijn keuze;
4° de plaats waar het dossier kan worden ingezien en de termijn waarover hij daartoe beschikt.

Art. 3. De Minister van Binnenlandse Zaken of de ambtenaar die hij daartoe machtigt kan eenieder horen die inlichtingen kan verstrekken.
Indien dat verhoor niet heeft plaatsgehad voordat de in artikel 2 bedoelde brief is verzonden, kan dat verhoor alleen worden afgenomen in tegenwoordigheid van de belanghebbende of nadat deze behoorlijk is opgeroepen.
Indien het verhoor plaats heeft gehad voordat de bewuste brief is verzonden, bevat het dossier de processen-verbaal van het verhoor.

Art. 4. De belanghebbende beschikt vanaf de ontvangst van de brief bedoeld in artikel 2 over een termijn van 15 werkdagen om het, te zijnen laste aangelegde dossier ter plaatse in te zien en er een afschrift van te verkrijgen.

Art. 5. Tot uiterlijk 30 werkdagen na de ontvangst van de brief bedoeld in artikel 2 kan de belanghebbende zijn verdedigingsmiddelen meedelen per aangetekende brief.
Na de verdedigingsmiddelen van de belanghebbende te hebben onderzocht, roept de Minister van Binnenlandse Zaken of de ambtenaar die hij daartoe machtigt de belanghebbende op om hem te horen.
Van het verhoor wordt proces-verbaal opgemaakt; er wordt voorlezing van gedaan, de belanghebbende wordt verzocht het te ondertekenen en ontvangt er een afschrift van. Indien de belanghebbende weigert te ondertekenen wordt dit vermeld in het proces-verbaal en wordt de reden van de weigering opgegeven.
Indien de betrokkene afstand doet van het verhoor of zich er niet op aanmeldt, maakt de Minister van Binnenlandse Zaken of de ambtenaar die hij daartoe machtigt, naar gelang van het geval, een proces-verbaal van afstand of van niet-verschijnen op.

Art. 6. De Minister van Binnenlandse Zaken neemt binnen de twee maanden na het afsluiten van het proces-verbaal van het verhoor, van afstand of van niet-verschijnen, een beslissing waarvan hij de belanghebbende per aangetekende brief in kennis stelt. Deze kennisgeving dient in elk geval binnen zes maanden na de kennisgeving bedoeld in artikel 2 te geschieden.
Indien de Minister van Binnenlandse Zaken geen uitspraak doet binnen de termijn van twee maanden voorgeschreven in het eerste lid, of indien hij geen kennis geeft van zijn beslissing binnen de termijn van zes maanden voorgeschreven in het eerste lid, wordt hij geacht af te zien van elke schorsings- of intrekkingsmaatregel ten aanzien van de feiten die de belanghebbende ten laste zijn gelegd.

Art. 7. In het geval de Minister van Binnenlandse Zaken een schorsing of intrekking overweegt wegens het uitoefenen van activiteiten die overenigbaar zijn met de openbare orde of met de inwendige of uitwendige veiligheid van de Staat, wordt elk van de in de artikelen 4 en 5 vastgestelde termijnen teruggebracht op twee werkdagen.
De in artikel 6, eerste lid bepaalde termijn voor de beslissing wordt teruggebracht op 14 werkdagen en die voor de kennisgeving op 30 werkdagen.

Art. 8. In het geval een schorsing of intrekking overwogen wordt wegens feiten die een ernstige of onmiddellijke bedreiging van de openbare orde uitmaken en de Minister van Binnenlandse Zaken een onmiddellijke maatregel neemt zoals omschreven in artikel 8, § 5 van de wet, stelt hij de belanghebbende, tegelijkertijd met de kennisgeving voorzien in artikel 2, op de hoogte van de onmiddellijke maatregel en van de redenen ertoe.

Art. 9. Het nemen van een onmiddellijke maatregel heeft geen invloed op het verloop van de procedure bepaald in de artikelen 2 tot en met 7.

Art. 10. Zolang de onmiddellijke maatregel van kracht is kan de betrokkene een met redenen omkleed verzoek indienen tot opheffing ervan.
Indien de Minister van Binnenlandse Zaken de maatregel niet langer noodzakelijk acht, trekt hij deze onmiddellijk in.

Pas nadat de minister een beslissing neemt of nalaat een beslissing te nemen kan er naar de Raad van State worden gegaan. Dat zal dus nog wel enige tijd duren.

Art. 6 EVRM gaat over het recht op een eerlijk proces. Een beroepsverbod is mijn inziens hier niet echt van toepassing aangezien het gaat om een (mogelijke?) inbreuk op de wetgeving op de bewakingsector.

Reclame

Franciscus
Berichten: 38602

#4 , 18 mei 2011 23:11

vb u hebt een veroordeling opgelopen .....u komt voor in de registers van laat me zeggen Staatsveiligheid, militaire inlichtingendienst ....???

j.demoor
Berichten: 10360

#5 , 19 mei 2011 10:32

“Art. 8...§ 3...en de personen die de in artikel 1, §§ 1, 3 en 6 bedoelde activiteiten uitvoeren moeten...houder zijn van een identificatiekaart...De identificatiekaart wordt afgegeven door de Minister van Binnenlandse Zaken of een door hem aangewezen ambtenaar indien de betrokkene voldoet aan de voorwaarden gesteld in de artikelen 5 of 6 van deze wet...De Koning bepaalt de modaliteiten voor de toekenning, de geldigheidsduur en de vernietiging van de identificatiekaarten...”(10 APRIL 1990. - [Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid).

“Art.15.De onderneming moet de kaart terugsturen naar de administratie, binnen de 14 dagen nadat :...5° de betrokkene niet langer voldoet aan alle voorwaarden bepaald...voor wat betreft het uitvoerend personeel, in artikel 6 van de wet...”(26 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten voor de toekenning, de geldigheidsduur, de weigering en de vernietiging van de identificatiekaart en de procedure inzake de onderzoeken naar de veiligheidsvoorwaarden).

“Art.14.§ 1. De afdeling doet uitspraak, bij wijze van arresten, over de beroepen tot nietigverklaring wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht, ingesteld tegen de akten en reglementen :1° van de onderscheiden administratieve overheden...Art.17.§ 1. Wanneer een akte of een reglement van een administratieve overheid vatbaar is voor vernietiging krachtens artikel 14, §§ 1 en 3, kan de Raad van State als enige de schorsing van de tenuitvoerlegging ervan bevelen.”(12 JANUARI 1973. - GECOORDINEERDE WETTEN OP DE RAAD VAN STATE).

De procedure voor de Raad van State kan lang duren.

Onverminderd uw eigen advocatenkosten geldt : “Art.30...§ 5. Geven aanleiding tot de betaling van een zegelrecht van 175 euro :...2° de verzoekschriften die een beroep tot nietigverklaring inleiden tegen de akten en reglementen van de onderscheiden administratieve overheden of die cassatieberoepen inleiden, alsook de vorderingen tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een akte of een reglement van een administratieve overheid, onder de in het tweede lid bepaalde voorwaarden...”(12 JANUARI 1973. - GECOORDINEERDE WETTEN OP DE RAAD VAN STATE).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/

henry2
Topic Starter
Berichten: 11

#6 , 19 mei 2011 17:34

Ik wacht op dit moment op een uitspraak van de minister van binnenlandse zaken. Ik heb reeds een verweerdossier ingediend in samenwerking met mijn vakbond. Hierna ben ik op verhoor geweest bij de dienst private veiligheid. Deze sturen je hele dossier vervolgens door naar het ministerie van binnenlandse zaken. In mijn geval gaat het om een opschorting van straf voor de correctionele rechtbank omwille van een fraudegeval. Over enkele weken verwacht ik een definitieve uitspraak van de minister en hiertegen kan ik in beroep gaan bij de raad van state. Het is natuurlijk nog afwachten wat de uitspraak zal zijn maar ondertussen wil ik wel weten wat mijn mogelijkheden zijn. Het gemakkelijkste is natuurlijk een andere job te zoeken buiten de bewakingssector maar ik doe mijn job graag el wil er alles aan doen om deze te behouden.

float
Berichten: 2467
Juridisch actief: Ja

#7 , 21 mei 2011 16:38

“Art.14.§ 1. De afdeling doet uitspraak, bij wijze van arresten, over de beroepen tot nietigverklaring wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht, ingesteld tegen de akten en reglementen :1° van de onderscheiden administratieve overheden...Art.17.§ 1. Wanneer een akte of een reglement van een administratieve overheid vatbaar is voor vernietiging krachtens artikel 14, §§ 1 en 3, kan de Raad van State als enige de schorsing van de tenuitvoerlegging ervan bevelen.”(12 JANUARI 1973. - GECOORDINEERDE WETTEN OP DE RAAD VAN STATE).

De procedure voor de Raad van State kan lang duren.
Er is wel een mogelijkheid om een administratief kort geding in te stellen. Hierdoor kan de genomen beslissing wel reeds geschorst worden.

Tarik
Berichten: 1

#8 , 18 apr 2012 16:11

ik heb nog een vraagje, klopt het dat als ibz uw kaart wil intrekken en ge stuurt uw verweerbrief op
en je gaat op verhoor en na 4jaar heb je nog altijd niks gehoord wat ze beslist hebben dat alles dan vervalt?

Terug naar “Aanwerving & Ontslag”