#9 , 24 sep 2019 21:25
"Voor bedienden is de vertrouwenspersoon de werkgever"
Dit pertinent onjuist. Je kan je best wenden tot je vakbond of contact zoeken met de geneeskundige dienst waarbij je werkgever is aangesloten.
Moet de werkgever een vertrouwenspersoon aanwijzen?
De aanwijzing van één of meer vertrouwenspersonen is facultatief. De werkgever is echter verplicht om een vertrouwenspersoon aan te wijzen als alle personeelsvertegenwoordigers in het CPBW daarom vragen.
De vertrouwenspersoon: een personeelslid?
De vertrouwenspersoon mag, maar hoeft niet altijd deel uit te maken van het personeel van de onderneming[1]. Alleen als de gespecialiseerde preventieadviseur tot de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk behoort en de werkgever meer dan 20 werknemers tewerkstelt, moet ten minste één van de vertrouwenspersonen een personeelslid zijn.
Aanwijzingsprocedure
Een werkgever die ervoor kiest om een vertrouwenspersoon aan te wijzen, moet hiervoor het akkoord hebben van alle personeelsvertegenwoordigers binnen het CPBW.
Indien er geen akkoord wordt bereikt over de aanwijzing van de vertrouwenspersoon, moet de werkgever, voordat hij een beslissing neemt, het advies vragen van het Toezicht op het welzijn op het werk. Indien hij het advies van deze ambtenaar niet volgt, moet hij de redenen daarvoor meedelen aan het CPBW.
Verwijderingsprocedure
De werkgever kan de vertrouwenspersonen uit hun functie verwijderen:
hetzij op eigen initiatief, na akkoord van alle werknemersvertegenwoordigers binnen het Comité. Indien er geen akkoord wordt bereikt over de verwijdering van de vertrouwenspersoon, moet de werkgever, voordat hij een beslissing neemt, het advies vragen van het Toezicht op het welzijn op het werk. Indien hij het advies van deze ambtenaar niet volgt, moet hij de redenen daarvoor meedelen aan het CPBW;
hetzij op vraag van alle werknemersvertegenwoordigers binnen het comité en met zijn akkoord.
Verbod tot cumulatie van functies
De vertrouwenspersoon die deel uitmaakt van het personeel van de onderneming waarin hij zijn functie uitoefent, mag noch werkgeversafgevaardigde, noch werknemersafgevaardigde zijn in de ondernemingsraad of het CPBW, noch deel uitmaken van de vakbondsafvaardiging.
De personen die deel uitmaken van het leidinggevend personeel mogen de functie van vertrouwenspersoon evenmin uitoefenen. Onder leidinggevend personeel wordt verstaan: de personen belast met het dagelijks bestuur van de onderneming of instelling die gemachtigd zijn om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden, alsmede de personeelsleden, onmiddellijk ondergeschikt aan die personen, wanneer zij eveneens opdrachten van dagelijks bestuur vervullen.
De vertrouwenspersoon mag bovendien nooit tegelijk de functie van arbeidsgeneesheer uitoefenen.
Opmerking: vertrouwenspersonen die vóór 1 september 2014 zijn aangewezen en die deel uitmaken van het leidinggevend personeel, die personeelsafgevaardigde zijn binnen de ondernemingsraad of het CPBW of deel uitmaken van de vakbondsafvaardiging (nieuwe onverenigbaarheden vanaf 1 september 2014), mogen hun opdracht blijven uitoefenen.
Door de preventieadviseur uitgeoefende opdrachten
De opdrachten van de vertrouwenspersoon kunnen ook worden uitgeoefend door:
de preventieadviseur psychosociale aspecten;
de preventieadviseur van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderneming, behalve in ondernemingen met minder dan 20 werknemers waarin de werkgever de functie van preventieadviseur vervult en behalve indien de betrokkene zelf of het CPBW hiermee niet akkoord gaat[2]. In dit geval beperkt de taak van de interne preventieadviseur zich tot het informeren van de werknemer over de mogelijkheden tot tussenkomst.
Voorwaarden om als vertrouwenspersoon te worden aangewezen
De werkgever treft de nodige maatregelen opdat de vertrouwenspersoon binnen de 2 jaar die volgen op zijn aanstelling, beschikt over de vaardigheden en kennis die nodig zijn voor de uitoefening van zijn opdrachten[3].
De kosten verbonden aan de opleidingen alsook de verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever. De tijd besteed aan deze opleidingen wordt bezoldigd als arbeidstijd.
Vertrouwenspersonen aangewezen vóór 1 september 2014
De personen die voor 1 september 2014[4] als vertrouwenspersoon werden aangeduid en die reeds een opleiding hebben gevolgd, mogen de functie van vertrouwenspersoon verder blijven uitoefenen zelfs wanneer deze opleiding niet aan alle voorwaarden voldoet.
Wanneer deze personen geen opleiding hebben gevolgd vóór 1 september 2014 mogen zij de functie van vertrouwenspersoon verder blijven uitoefenen op voorwaarde dat ze:
hetzij de door de reglementering bedoelde vaardigheden en kennis verwerven binnen de 2 jaar die volgen op de inwerkingtreding van het KB (dus tegen 31 augustus 2016);
hetzij een nuttige ervaring van 5 jaar als vertrouwenspersoon kunnen aantonen op 1 september 2014.
Statuut
De werkgever zorgt er voor dat de vertrouwenspersoon zijn opdrachten te allen tijde volledig en doeltreffend vervult:
wanneer de vertrouwenspersoon die behoort tot het personeel van de werkgever handelt in het kader van zijn functie als vertrouwenspersoon, hangt hij functioneel af van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en heeft hij rechtstreeks toegang tot de persoon belast met het dagelijks beheer van de onderneming of instelling;
hij beschikt over de nodige tijd voor de uitoefening van zijn opdrachten;
hij beschikt over een passend lokaal om zijn opdrachten op volledig vertrouwelijke wijze te kunnen uitoefenen;
hij heeft het recht om, indien nodig, een beroep te doen op de preventieadviseur psychosociale aspecten voor het vervullen van zijn opdracht en, in elk geval, wanneer het verzoek tot interventie betrekking heeft op de werkgever zelf of een lid van de hiërarchische lijn en deze interventie zijn autonomie in het gedrang kan brengen of hem nadeel kan berokkenen.
De werkgever deelt aan de vertrouwenspersoon de pertinente informatie mee opdat hij zijn opdrachten doeltreffend zou kunnen vervullen. Bovendien treft de werkgever de nodige maatregelen opdat geen enkele persoon op welke wijze ook rechtstreeks of onrechtstreeks druk uitoefent op de vertrouwenspersoon bij de uitoefening van zijn functie en inzonderheid wat betreft de druk met het oog op het bekomen van informatie die verband houdt of kan houden met de uitoefening van deze functie.
Opdrachten
Raadpleeg de volgende vraag voor een overzicht van de taken van de vertrouwenspersoon.
[1] Indien de vertrouwenspersoon geen deel uitmaakt van het personeel van de onderneming, moet de werkgever uiteraard de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat deze persoon beschikbaar en vlot bereikbaar is voor de werknemers van de onderneming.
[2] Opgelet. In dit geval is het akkoord van alle leden van het CPBW niet vereist. De preventieadviseur van de interne dienst hoeft bovendien niet te voldoen aan de opleidingsvoorwaarden die worden opgelegd door artikel 60 van het koninklijk besluit van 10 april 2014.
[3] We zullen ze hier niet in detail vermelden. Deze vaardigheden worden bedoeld in bijlage 1, A) van het koninklijk besluit van 10 april 2014. Hiertoe volgt de vertrouwenspersoon opleidingen om die vaardigheden te verwerven alsook om deze te verbeteren inzonderheid door middel van de supervisies bedoeld in bijlage 1, B) van dit besluit die minstens eenmaal per jaar plaatsvinden.
[4] Met toepassing van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Securex Sociaal Secretariaat - Legal 01-01-2018
Links
------------------------------------------------------------------------
wat baat kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.