JuridischForum.be

Hoi

ik heb een vraagje in verband met persoonlijke en zakelijk zekerheden.
Kan iemand mij juist uitleggen waar ze beiden betrekking op hebben?

-Persoonlijke rechtsvorderingen: dit zijn vorderingen tussen personen.
-Zakelijke rechtsvorderingen: het zijn vorderingen die een zakelijk recht als voorwerp hebben. Het eigendomsrecht, het vruchtgebruik, de erfdienstbaarheden, het recht van gebruik en bewoning, …

Klopt dit? Maar ik vind het nog niet echt duidelijk.

Kan iemand mij dit uitleggen aan de hand van een voorbeeld mss?

alvast bedankt
mvg

‘Zakelijk recht(droit réel),recht dat aan de houder ervan een directe zeggenschap verleent over een bepaalde ZAAK,in tegenstelling tot een persoonlijk recht of vorderingsrecht dat een recht verschaft op een bepaalde GEDRAGING van een medemens(iets geven,doen,of nalaten);Wg.:art.544-710bis B.W.;art.2073-2091 B.W.;art.17-95 Hyp.W.’(DIRIX,E.,e.a.,De Valks Juridisch Woordenboek).

U beschikt dus over een PERSOONLIJK recht of vorderingsrecht tegen degene die voor de ramen heeft gezorgd om deze te leveren zonder gebreken.

“Art.2262bis,§1.Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaren...”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

Echter : ‘Het arrest van veroordeling van 28 oktober 1985 deed een rechtsvordering ontstaan tot tenuitvoerlegging van de veroordeling. Deze rechtsvordering, actio judicati, luidens artikel 2262 (oud) van het Burgerlijk Wetboek, verjaart pas door verloop van dertig jaren te rekenen vanaf het vonnis. Deze verjaringstermijn werd door de wet van 10 juni 1998 weliswaar op tien jaren gebracht (artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek), doch artikel 10 van deze wet bepaalt dat wanneer de rechtsvordering is ontstaan voor de inwerkingtreding(=27 juli 1998) van deze wet, de nieuwe verjaringstermijnen waarin zij voorziet slechts beginnen te lopen vanaf haar inwerkingtreding‘[Cass. 7 maart 2003(impliciet)].

“Art.2270.Na verloop van tien jaren zijn architecten en aannemers ontslagen van hun aansprakelijkheid met betrekking tot de grote werken die zij hebben uitgevoerd of geleid.”(B.W.).

Uit ‘terwijl die van de ramen geen aannemer en geen architect zijn’ volgt dat art.2270 B.W. op HEN niet van toepassing is.

Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in http://just.fgov.be .Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.