“Art.443.Hij die in de hierna aangeduide gevallen aan een persoon kwaadwillig een bepaald feit ten laste legt, dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen, en waarvan het wettelijk bewijs niet wordt geleverd, is schuldig aan laster, wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegde feit toelaat, en aan eerroof, wanneer de wet dit bewijs niet toelaat.Art.445.Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank wordt gestraft :...Hij die schriftelijk aan een persoon lasterlijke aantijgingen tegen zijn ondergeschikte toestuurt.”(Sw.=Strafwetboek 8 juni 1867).
‘De berichten waren 1 keer over die persoon aan haar overste gericht’ KAN,afhankelijk van de inhoud,het misdrijf uit art.445 Sw. opleveren.Wel dient daartoe de dader of mededader geïdentificeerd.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.