JuridischForum.be

Eind vorig schooljaar werd de fiets van mijn zoon gestolen tijdens een schooluitstap. De fiets was op slot en dit werd gecontroleerd door de leerkracht. Ook werd er bij vaststellen van de diefstal aangifte gedaan bij de politie in het politiekantoor in de gemeente waar de feiten zich voordeden. Door de schooldirecteur werd mondeling beloofd dat de school de school de aankoop van een nieuwe fiets zou compenseren ten bedrage van de oorspronkelijke factuur van de fiets ( gestolen fiets was 4 weken oud). Zoals mondeling overeengekomen heb ik een nieuwe fiets aangekocht en de factuur bezorgd aan de directeur. Tot op heden is de overeengekomen terugbetaling nog niet in orde, ook op berichten aangaande de betaling wordt door de directeur niet gereageerd. Heb ik juridisch enige kans om, indien dit probleem zich niet oplost, de terugbetaling te eisen?

Ik vrees dat u weinig kans maakt om de terugbetaling af te dwingen:

- het schoolreglement sluit aansprakelijkheid voor diefstal waarschijnlijk uit
- achterlaten door kinderen van voorwerpen in een klaslokaal doet in hoofde van de school geen contract van bewaargeving ontstaan, maar is een louter gedogen (Rb. Brugge 26 mei 1986, B. Tilleman, Bruikleen,bewaargeving en sekwester, 298). Ik denk dat voor een fiets tijdens een schooluitstap analoog kan worden geredeneerd.
- zelfs al zou het om bewaargeving gaan, kan de school mogelijk nog overmacht inroepen doordat voorzorgsmaatregelen werden genomen. Het slot werd immers door de leerkracht gecontroleerd. Of deze voorzorgsmaatregel afdoende is om te spreken over overmacht, is een natuurlijk een feitenkwestie. Daarvoor zijn er misschien nog andere zaken in aanmerking te nemen (bv. ging het om een buurt met verhoogd risico op fietsdiefstal zoals een treinstation in een grootstad?).

De fiets werd gestolen op een beruchte plaats voor fietsdiefstallen.
Wat het schoolreglement betreft hierin staat niks vermeld over aansprakelijkheid voor diefstal, maar ik kan mij vinden in de redenering die u aanvoert.
Toch stel ik mij de vraag of hier de toepasselijkheid van het maken van een overeenkomst niet kan ingeroepen worden? Ik heb immers met de schooldirecteur een mondelinge overeenkomst afgesloten omtrent de terugbetaling.

Het probleem met mondelinge overeenkomsten is dat deze zo moeilijk te bewijzen zijn. Als de school het bestaan van deze overeenkomst ontkent, heeft u geen enkel bewijs van het tegendeel.

U kijkt/vraagt beter na of de school een (school)verzekering afsloot en wat daar allemaal onder valt.

Bovendien kijkt u best na of u eenmalig/wekelijks/maandelijks/... diende te betalen voor gebruik van de fietsenstalling, want gelet op het bepaalde in artikel 1917 B.W. zou er dan wel degelijk wel eens sprake kunnen zijn van bewaargeving en de daarbij horende plicht tot teruggave.

Bedankt voor de feedback, het is wel zo dat er bij de mondelinge overeenkomst meerdere getuigen waren. Misschien helpt dat.

Ga eens na wat deze mensen bereid zijn op papier te zetten.

Hoeveel kostte de fiets?