U bent niet de eerste die hier aan denkt.
Zie Burgerlijk Wetboek - Voogdij - art. 389 e.v.
Ontstaan van de voogdij - Organisatie van de voogdij - Toeziende voogd - Werking van de voogdij - Voogdijrekeningen en voogdijverslag
Art. 392. De ouder, die het laatst het ouderlijk gezag uitoefent, kan een voogd aanwijzen, hetzij bij
testament, hetzij bij wege van een
verklaring voor de vrederechter van zijn woonplaats of
voor een notaris.
Op voorwaarde dat de ouders
gezamenlijk handelen, kunnen zij zulks ook doen bij een
verklaring voor de vrederechter of
voor een notaris. Zij kunnen hun keuze op ieder ogenblik wijzigen door het doen van een nieuwe verklaring.
De verklaring blijft geldig na het overlijden van een van de ouders zolang de overlevende ouder deze niet heeft herroepen of geen voogd heeft aangewezen overeenkomstig het eerste lid.
Elk van de ouders kan de verklaring herroepen. De herroeping geschiedt voor de vrederechter of voor de notaris die de verklaring heeft ontvangen. Wanneer de verklaring is afgelegd voor een notaris, geschiedt de herroeping voor dezelfde notaris of voor een andere notaris, die de notaris die de verklaring heeft ontvangen hiervan op de hoogte moet brengen. Van de herroeping wordt melding gemaakt op de verklaring.
Indien de persoon die overeenkomstig het eerste en het tweede lid is aangewezen, de voogdij
aanvaardt, homologeert de vrederechter de aanwijzing
tenzij ernstige redenen met betrekking tot het belang van het kind, die nauwkeurig zijn omschreven in de gronden van de beschikking, uitsluiten dat de keuze van beide ouders of een van hen wordt gevolgd.
...
Is dit bindend wat u op papier wenst te zetten? Nee, de aangewezen persoon moet aanvaarden. Of de vrederechter kan uw keuze uitsluiten.
In dat geval :
...
Art. 393.
Indien de ouders geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid die hen in het voorgaande artikel wordt geboden of
indien het niet mogelijk was hun keuze te volgen, kiest de vrederechter zodra hij kennis heeft van het ontstaan van de voogdij, een voogd die geschikt is om de minderjarige op te voeden en zijn goederen te beheren, bij voorkeur uit de naaste familieleden. Hij benoemt de voogd nadat hij zich verzekerd heeft van zijn
aanvaarding.