#32 , 28 dec 2016 10:01
Cass. AR 4852, 16 april 1991
Op een door verkeerslichten geregeld kruispunt vindt de regel van art. 19.4 Wegcode die aan de bestuurder die van richting verandert de verplichting oplegt voorrang te verlenen aan de bestuurder die een ander deel van dezelfde openbare weg volgt, geen toepassing wanneer de eerstgenoemde bestuurder onder dekking van een groen verkeerslicht van richting verandert en de andere bestuurder een voor hem geldend rood verkeerslicht is voorbijgereden (art. 6.2 en 61.1.1° Wegcode).
Cass. (1e k.) AR C.07.0616.F, 29 januari 2009
Uit artikel 6.2 van het Wegverkeersreglement volgens hetwelk de verkeerstekens enkel boven de verkeersregels gaan wanneer het verkeer door verkeerslichten wordt geregeld, volgt dat artikel 19.3.3° en de daaruit voortvloeiende voorrang niet van toepassing is, zelfs niet wanneer er twijfel bestaat over de kleur van de lichten.
De bestuurder die op een kruispunt naar links afslaat, mag zijn voertuig in beweging brengen wanneer hij ziet dat de verkeerslichten voor de tegenliggers ofwel op rood ofwel op oranjegeel gesprongen zijn, mits de voertuigen die het kruispunt naderen op voldoende veilige wijze kunnen stoppen. (Art. 19.3.3° en 61.1.2° en 3° Wegcode).
Als er twijfel bestaat over het feit of de bestuurder die rechtdoor reed dit nog wel mocht doen gelet op de stand van de lichten (was het rood, oranje en nog veilig kunnen stoppen of was het groen, oranje en niet meer veilig kunnen stoppen), is de fout van geen van beide bestuurders bewezen.
Dagvaard de verzekeraar van de tegenpartij én uw eigen verzekeraar. In hoofdorde vordert u de veroordeling van de verzekeraar van de tegenpartij omdat de tegenpartij aansprakelijk is. In ondergeschikte orde vordert u de veroordeling van beide verzekeraars op grond van art. 19bis-11, § 2 Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Houd ons op de hoogte van het advies van de advocaat.