#11 , 09 jun 2016 17:39
O.a. deze rechtspraken komen uit de Postal :
De openbare overheid die op de voor het openbaar verkeer openstaande wegen nalaat abnormaal gevaar te ondervangen dat de gewettigde verwachting van de bestuurders kan beschamen, moet de door die fout veroorzaakte schade vergoeden.
(Cass, 18 oktober 1984, pas. 1985, I, 251.)
Een ongeval werd veroorzaakt door een bestuurder die met zijn auto slipte door de gladheid van het wegdek welke te wijten was aan de aanwezigheid van olie of stookolie op het wegdek en welke de bestuurder onmogelijk kon zien, voorzien of voorkomen.
Naar recht verantwoord is de beslissing dat de aanwezigheid van olie of stookolie op het wegdek voor de bestuurder een toevallig feit opleverde dat zijn aansprakelijkheid uitsloot; het doet er daarbij niet toe dat de gebeurtenis eventueel te wijten was aan een menselijke fout, inzonderheid aan de fout van een onbekend gebleven derde.
(Cassatie 14.09.88, Rechtskundig Weekblad 1988-89 p 745 + noot: Cass 18.11.87, RW 1987-88 p 1025)
De aanwezigheid van olievlekken op het wegdek maakt voor de bestuurders een geval van absolute overmacht uit, wanneer niet bewezen is dat dezen zich daaraan konden verwachten.
(GENT 30.10.84, Verkeersr nr 87/28)
Zelfs een ervaren bestuurder kan niet worden verweten dat hij, als reactie op een onvoorzienbare hindernis, gaat remmen. Een gladde plek (vet op de rijbaan) enkel van op korte afstand waarneembaar, is voor elk normaal voorzichtig bestuurder niet alleen moeilijk waarneembaar, maar bovendien zeker onvoorzienbaar.
(Gent 24.02.87, verkeersr nr 88/107)
Een olievlek, 23 meter lang en zeer smal, is des te meer een onvoorzienbare hindernis wanneer het verkeer druk is.
(RB Eerste Aanleg Brussel, 01.06.88, verkeersr nr 88/139)
Een zaak is door gebrek aangetast als zij een abnormale hoedanigheid vertoont die schade kan teweeg brengen. Als de weg droog is, maar uitzonderlijk gald door sodiumchloride, is bewezen dat de toestand van de weg abnormaal is, door een –ongetwijfeld overtollige- aanwezigheid van het zoutproduct op de weg en op de plaats van de feiten ; dit is een abnormale hoedanigheid van de weg die een gebrek uitmaakt waardoor de wegbeheerder moet instaan.
(Liege 07.02.94, RGAR 1995 nr 12525)
De aanwezigheid van een olievlek in een enge bocht, onder een brug, onder een verkeerswisselaar van een autosnelweg, die slechts moeilijk waargenomen kon worden, de automobilist een onvoorzienbare hindernis uit.
Door deze aanwezigheid voldoet de rijbaan niet meer aan de verplichtingen die opgelegd kunnen worden, en beantwoordt zij niet meer aan haar normale structuur, maar vertoont zij een abnormale gesteldheid, die een gebrek uitmaakt waarvoor het Gewest moet instaan.
(Gent 21.06.95, RGAR 1996 nr 12697)
Modder op de wegen :
Het achterlaten van modder op de rijbaan door een landbouwer maakt een inbreuk uit op art. 7 Wegcode. Deze modder is voor andere weggebruikers geen voorzienbare hindernis, zelfs niet wanneer deze modder reeds van de vorige dag aanwezig was en in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de slippende weggebruiker lag.
Gent, 02/12/1986, T.V.B.R. 1986, blz. 117.
De gemeentelijke overheid heeft tot plicht bij urgentie en voorrang zoniet het weghalen van de moddermassa te bevelen, dan toch de plaatsing van verkeersborden. De gemeente die op dat gebied nalatig is, maakt zich schuldig aan een zware miskenning van de verplichtingen die op haar rusten krachtens het art. 50 van het decreet van 14 december 1789 en de art. 1 en 3, 1 van het decreet van 16 – 24 augustus 1790.
(Rb. Bergen 5 juni 1987, R.G.A.R. 1988, 11426)
Modder over 20 meter komend van de aangrenzende velden, aansprakelijkheid van de gemeente :
Door een mogelijk gevaar niet aan te duiden en door geen enkele maatregel te nemen om dit te verhelpen, is de gemeente tekort geschoten in haar algemene verplichting om te waken over het veilig verkeer op haar grondgebied, op grond waarvan zij diende te waken over elk abnormaal gevaar, zelfs indien het veilig verkeer in het gedrang komt door de daad van een derde.
(Bergen 25 oktober 1995, R.G.A.R. 1999, 13111)
FIJN ZAND OP DE WEG :
De gemeentelijke overheid is aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen van de aanwezigheid van fijn wit zand op de rijbaan, omdat deze overeenkomstig art. 1384 B;W. daardoor een gebrekkig karakter vertoont, en omdat de gemeentelijke overheid bij toepassing van art. 1382 B.W. een deugdelijke signalisatie diende aan te brengen om de weggebruikers te wijzen op het slipgevaar.
(RB Brussel 17 november 1994, Verkeersrecht 1995, nr. 95 / 39, blz. 75.)
The pessimist complains about the wind
The optimist expects it to change
The realist adjusts the sails