hij dreigt met het stopzetten van betaling van kinderbijslagdefinieert u eens nader wat u bedoelt met dreigbrief?
staan er nare dreigementen in?
het gaat er hem over dat ik wil weten welke wet verplicht dat dit op naam van de vrouw moet gebeurenhet is niet uw werkgever die de kinderbijslag uitbetaalt....Dat is het Kinderbijslagfonds....
Uw werkgever informeert u gewoon over de consekwenties.
Kinderbijslag kan u wel laten storten op een gezamelijke rekening van u en uw vrouw war u beiden SAMEN toegang tot heeft.
diedereen heeft de papieren ontvangen om de gegevens van de echtgenote te gevenHeeft iedere mannelijk personeelslid met kind(eren) een dergelijke "dreigbrief" ontvangen, of alleen jij?
wat u omschrijft wordt door de meeste instellingen die zich bezighouden met discriminatie aanzien als de definitie van discriminatieMag ik je er op wijzen dat het toewijzen van kinderbijslag aan de moeder géén onderscheid in behandeling op basis van geslacht is, maar het toekennen van kinderbijslag is gelinkt aan een status. Zoals een student een studiebeurs krijgt, een gepensioneerde een pensioen, een werkloze een werklozensteun, krijgt een moeder door haar moederschap een kinderbijslag. Dat het gender van geen belang is wordt bewezen door het feit dat een weduwenaar ook de kinderbijslag kan krijgen. Waarom dan aan de moeder toewijzen? Wel vermits er gekozen kan worden tussen 2 ouders heeft men ooit objectieve criteria vastgesteld om in eerste instantie het kindergeld aan één ouder toe te wijzen. En vermits het (nog steeds) vaak de moeder is die de hoofdmoot van zorg voor de kinderen draagt, heeft men gekozen voor het criterium: MOEDER.
De rechthebbende moet een bloedverwant zijn van het kind (tot de 3de graad) [1] of een feitelijk gezin vormen met de ouder. Meestal is dit de vader van het kind.
3. Voorangsgerechtigde rechthebbende
Voor een kind kan meer dan een "potentiële" rechthebbende bestaan. Toch kan voor hetzelfde kind slechts een keer kinderbijslag toegekend worden.
Het principe van "voorrangsgerechtigde rechthebbende" moet deze situatie reguleren via specifieke voorrangsregels. Als basisvoorwaarde om als voorrangsgerechtigde te kunnen optreden geldt dat men het kind zelf opvoedt. Dit wordt vermoed zodra zij dezelfde domicilie hebben.
Het recht op kinderbijslag wordt dan bij voorrang geopend in onderstaande volgorde:
* de vader
* de moeder, als er geen vader is of deze geen werknemer is;
* de stiefvader, als er geen vader of moeder is of deze geen werknemers zijn;
* de stiefmoeder, als er geen vader, moeder of stiefvader is of deze geen werknemers zijn;
* de oudste van de andere rechthebbenden: de samenwonende partner van een van de ouders, een grootouder, oom of tante (als ze tot het gezin behoren);
* een (half-)broer of (half-)zus van het kind.
bron : http://www.rszppo.fgov.be/nl/burgers/ki ... vragen.htm" onclick="window.open(this.href);return false;
Wie opent het recht en in welke volgorde?
Het recht op kinderbijslag als werknemer is verbonden aan een activiteit als arbeider of bediende in België. Wie na een loontrekkende activiteit werkloos, ziek of gepensioneerd is, blijft voor de kinderbijslagwet beschouwd als werknemer.
Als verschillende personen het recht op gezinsbijslag kunnen openen, dan kan je niet zomaar kiezen wie het recht opent. De voorrangsregels zijn immers bij wet bepaald.
*
Ouders van verschillend geslacht:
1. Als de vader werknemer is, dan opent hij bij voorrang het recht op kinderbijslag.
*
2. Als de vader geen werknemer is, dan komt de loontrekkende moeder in aanmerking.
o - Als een van de ouders zelfstandige is, dan opent de loontrekkende ouder die minstens halftijds werknemer is het recht op gezinsbijslag.
- Voor ambtenaren gelden dezelfde voorrangsregels als voor werknemers. Een ambtenaar ontvangt de gezinsvergoedingen van de overheid.
bron: http://www.kids.partena.be/content/defa ... ?PageID=19" onclick="window.open(this.href);return false;
die wet zou ik willen vindenDe voorrangsregels zijn immers bij wet bepaald.
De discussie zal U moeten verplaatsen naar de objectiviteit en de rechtvaardiging van deze maatregel.Art. 2. § 1. Er is sprake van directe discriminatie indien een verschil in behandeling dat niet objectief en
redelijkerwijze wordt gerechtvaardigd, rechtstreeks gebaseerd is op het geslacht, een zogenaamd ras, de
huidskleur, de afkomst, de nationale of etnische afstamming, seksuele geaardheid, de burgerlijke staat, de
geboorte, het fortuin, de leeftijd, het geloof of de levensbeschouwing, de huidige of toekomstige gezondheidstoestand,
een handicap of een fysieke eigenschap.