Contactverbod aanvechten

[Zenotelaar]

Er zou naar verluidt door de jeugdrechtbank een contactverbod zijn opgelegd maar wij hebben daar nooit bewijs van gezien.

Ondertussen is de geplaatste minderjarige meerderjarig maar volgens Jeugdzorg is het contactverbod nog steeds van kracht.

We weten niet welke rechter, hebben geen pv gezien en ook geen dossiernummer.

Wat kunnen wij doen om het vermeende contactverbod aan te vechten?

Voor de puber die geplaatst werd is het contactverbod van kracht voor iedereen zodat deze achttienjarige reeds twee jaar geen bezoek heeft ontvangen.

Is dit wettelijk toegestaan en geen onrechtmatige vrijheidsberoving?
Ik bedoel, zelfs een veroordeelde gevangene heeft recht op bezoek.

[Franciscus]

Waar woonde de minderjarige toen deze is gehoord / geplaatst us geworden.
Het is de jeugdrechtbank van dat arrondissement dat bevoegd is / was.

[Zenotelaar]

De woonplaats was Zaffelare, vermoedelijk valt dat bij Gent of Dendermonde. Kan ik dat misschien navragen bij de rechtbank? Ik heb geen idee hoe die zaken werken.

[Franciscus]

Gezien geplaatst gaat er sowieso een vonnis zijn van de jeugdrecht.
Als er verlengde minderjarigheid is dan is dat verbod zeker nog geldig.
Nu zeker Gent...hebt u geen PV Nr of dossiernummer.
Dienst jeugdzaken kent wel de nr van de zaak.
Waar woont de betrokkene nu ?
Alleen of in een instelling?

[Zenotelaar]

De jongere zou in een instelling verblijven in Ronse en opgevolgd worden in een psychiatrische instelling in het Gentse.
Het enige wat ik heb is een e-mailadres dat eindigt op @opgroeien.be maar de contactpersoon daar weigert ons te woord te staan. Ik heb hem gevraagd naar het dossier nummer of het PV nr. maar hij reageert niet meer. Daarom dat we uitzoeken wat we kunnen doen.

[Franciscus]

Wie bent u tegenover de betrokken persoon?
Ouders of......

[Zenotelaar]

Wij zijn beiden vijftigers die het pleeggezin waarin de betrokken persoon is opgegroeid enkele keren hebben ontmoet. Er was een herkenning en betrokkenheid tussen ons en de jongere waardoor er een band ontstond, we hebben beloftes uitgesproken naar het kind en zijn zinnens die na te komen. Ons woord gegeven dat we elkaar zouden zien en er zouden zijn. Maar wij vernamen onrustwekkende geruchten en zijn bezorgd over het welzijn. De “hulpverlening” bevat soms mensen die van hun positie misbruik maken, we willen ten diepste eigenlijk zekerheid dat er nog iemand is die om het verweesde slachtoffer geeft, en uiteraard onze belofte nakomen.