Het is reeds sedert vele jaren dat België tot de slechtste leerlingen behoort op het vlak van de omzetting (niet-omzetting of niet correcte omzetting) in B recht van de EU Richtlijnen alsook wat betreft de correcte toepassing ervan.
Getuige hiervan zijn de talrijke veroordelingen van B door het Europese Hof van Justitie.
Eén veroordeling was recent voor de wijze dat België de toegang voor notarissen uit andere Europese lidstaten afsloot.
HvJ 24 mei 2011, C-47/08, Commissie t. België
http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/g ... ance=ARRET" onclick="window.open(this.href);return false;
http://www.legalworld.be/legalworld/nat ... gType=2067" onclick="window.open(this.href);return false;
Openbaar gezag
In een uitvoerig gemotiveerd arrest besluit het Hof van Justitie dat een notaris weliswaar taken uitvoert in het algemeen belang, maar dat die niet beschouwd kunnen worden als de uitoefening van het openbaar gezag. Het Hof baseert zich daarvoor onder andere op de vaststelling dat het verlijden van authentieke akten slechts plaats vindt na een akkoord tussen partijen. Aangezien een notaris niet autonoom de rechten en verplichtingen van een akte of overeenkomst kan vastleggen en geen wijzigingen kan aanbrengen zonder voorafgaande toestemming van de betrokkenen, vormt dit geen activiteit van openbaar gezag. Het feit dat de geldigheid van sommige akten afhankelijk wordt gesteld van bepaalde procedurele vormvereisten, zoals het waarborgen van de authenticiteit door een notaris, heeft daarop geen invloed.
Ook de andere taken van een notaris, zoals de medewerking aan beslag op onroerend goed of interventies in het kader van het successierecht worden niet beschouwd als werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag. De meeste van die taken worden immers verricht onder toezicht van een rechter of overeenkomstig de wil van de partijen. Bovendien kan in principe elke partij vrij een notaris kiezen. Hierdoor ontstaat een zekere competitiviteit die normaal niet bestaat bij de uitoefening van openbaar gezag. In tegenstelling tot openbare organen waarvoor de staat de verantwoordelijkheid op zich neemt, zijn notarissen rechtstreeks en persoonlijk aansprakelijk voor schade die het gevolg is fouten die ze maken in de uitoefening van hun ambt.
Op basis van al die argumenten oordeelt het Hof dat het beroep van notaris niet aan de werkingssfeer van het op basis van artikel 49 van het EU-werkingsverdrag (ex artikel 43 EG-Verdrag) vastgelegde recht op vrijheid van vestiging kan worden onttrokken. Dit recht sluit uit dat de toegang tot het beroep van notaris bepaald wordt op basis van een nationaliteitsvereiste.
Mij lijkt daar een totale analogie te vinden met het beroep van deurwaarder?
Deurwaarders die op een discriminerende wijze uitgesloten worden voor de toepassing van de incassowet, en dit lijkt mij een duidelijke overtreding van gelijke rechten én plichten op het ogenblik dat een deurwaarder optreedt als incassobureau en enkel een schriftelijke (eerste) aanmaning verstuurt, doch wel degelijk hiervoor kosten aanrekent.
Het wettelijk gegarandeerd kader ingevolge de vermelde Wet van 20.12.2002.
http://economie.fgov.be/nl/consument/Sc ... vordering/" onclick="window.open(this.href);return false;
Verboden invordering
Naast een aantal verplichtingen die slechts van toepassing zijn op schuldinvorderaars die over een inschrijving moeten beschikken, bijv. incassobureaus, zijn er een aantal verboden praktijken die van toepassing zijn op iedereen die, op minnelijke wijze, onbetaalde schulden invordert bij consumenten.
De incassowet verbiedt in artikel 3, § 1, iedere gedraging of praktijk die:
1. of het privéleven van de consument schendt;
2. of de consument kan misleiden;
3. of een inbreuk maakt op de menselijke waardigheid van de consument.
Dit is de algemene regel. De incassowet voorziet ook, in artikel 3, § 2, tien concrete voorbeelden, hierna uiteengezet.
Deze opsomming is echter niet volledig: indien een concrete situatie niet terug te vinden is tussen deze voorbeelden, geldt nog altijd de algemene regel.
Inbreuken op deze bepalingen worden bestraft.
De verboden gedragingen en praktijken gelden voor iedereen die een consument aanzet tot betaling van onbetaalde schulden, buiten een uitvoerbare titel (bijv. een vonnis) om (minnelijk): zowel de schuldeiser zelf, eventueel een nieuwe schuldeiser die de schuld heeft overgenomen, als een tussenpersoon die optreedt voor rekening van een (andere) schuldeiser.
Al wat nodig is om het kwaad te laten triomferen, is dat goede mensen niets doen (Edmund Burke)