JuridischForum.be

Ik heb al enkele tijd problemen met één van mijn verpachters. Het ergste is dat deze mij ook wilt belemmeren in verbetering van het gepachte goed. Ik zou graag eens willen weten tot waartoe de verpachter verplicht is en hoe het staat met vijandelijkheden die deze koesteren tegenover mijn persoon.
Ik vind enkel maar mooie tekstjes terug van de plichten van de pachter, maar het kan toch niet dat de verpachter zomaar vrijuit gaat?

met vriendelijke groet

Ik denk dat u sneller een antwoord zal krijgen als u wat meer concreet zegt wat uw probleem is.

Ik denk niet dat er een wettekst is ivm de relatie van de verpachter met uw specifiek persoon.

Jawel, er bestaan wetteksten die ook aan de verpachterszijde stellen dat hij geen vijandigheden mag uiten tegenover mij. Ook zijn verplichtingen staan duidelijk beschreven.

Nu het probleem is zo: ik word in mijn exploitatie belemmerd door een regelmatig overstromende beek. Die beek is meer een open riool dan proper oppervlaktewater
Ik wilde het perceel een 30 tot 50 cm ophogen, zeker aan de zijde van die slechte beek.
Hij heeft mijn werken laten stilleggen en nu eist hij dat ik de grond moet laten afgraven (schone grond waarvan attesten en wat ik in mijn recht ben van verbetering van de exploitatie mag)
Dat ik door die instroom van het vuile water al verschillende zieke en dode runderen heb gehad, kan hem niets schelen.
Dat kan toch zomaar niet? Ik dacht toch altijd dat de verpachter de pachter moet vrijwaren tegen de gebreken van het gepachte goed en moet vrijwaren van storing. Dat hij zelfs mij schadeloos moet stellen als ik verliezen erdoor lijd.

Je mag niet zomaar de grond van iemand anders ophogen. Normaal dat hij de werken liet stilleggen en alles terug in de oorspronkelijke staat herstellen. Dat is daarom nog geen vijandige houding tegen over u . Jij bent het die in de fout bent gegaan.

Toch ligt dit binnen mijn recht;

Om gebouwen of werken uit te voeren op een pachtgoed heb je in principe geen toestemming van de eigenaar nodig. Artikel 25 §1 van de pachtwet laat toe dat de pachter alle gebouwen opricht en alle werken uitvoert die hij nodig acht om de bewoonbaarheid van het gepachte goed te verbeteren of die nuttig zijn voor de exploitatie van het bedrijf – in zoverre die overeenkomen met de bestemming van het pachtgoed.

Het is en blijft een weideperceel, ik wil het ook niet veranderen! En het is binnen de toegelaten ophoging, nl. 30 cm, maar hij weigert halsstarrig mee te werken, plus hij ontkent al mijn geleden schade!
Dat is bij zoveel verpachters tegenwoordig: maar geld incasseren maar hun verantwoordelijk opnemen?

Hoe heeft de verpachter bekomen dat jij moest stoppen met die ophoging? Via de rechtbank? Had jij een raadsman en wat was zijn reactie? Was er een straf voorzien als de wederinstaatstelling niet werden uitgevoerd binnen een bepaalde tijd?

die 30cm, waar haal je dat? Dat is volgens mij een hardnekkige fabel. Die toegelaten reliëfwijziging wordt normaal uitgedrukt in procenten en zélfs als het toegelaten is heb je toch de nodige vergunningen nodig. Wellicht ben je daar in de fout gegaan?

Toch wel:
Voor een reliëfwijziging is geen vergunning voor stedenbouwkundige handelingen nodig als aan volgende voorwaarden is voldaan:
het terrein ligt niet in ruimtelijk kwetsbaar, erosiegevoelig of overstromingsgevoelig gebied
de aard of functie van het terrein wijzigt niet
het volume van de reliëfwijziging is kleiner dan dertig kubieke meter per goed
de hoogte of diepte van de reliëfwijziging is op elk punt kleiner dan een halve meter
de reliëfwijziging strekt niet tot het geheel of gedeeltelijk dempen van grachten of waterlopen en mag de natuurlijke waterafloop tussen percelen niet belemmeren.

Maar je hebt nog niet geantwoord op de vraag van Mava: Hoé heeft de verpachter kunnen bekomen dat je je werken niet mag uitvoeren? Rechterlijk vonnis? Of zegt ie gewoon: Je mag niet. (zonder enige vorm van juridisch bevel) als hij gewoon zegt dat je niet mag en je weet pertinent dat het wel mag voolgens de wetgeving (en er is geen rechterlijk vonnis) , tja dan doe je het toch gewoon?