Graag mening over volgende situatie:
Persoon P pacht een perceel naast het perceel van persoon X.
De grens tussen beide percelen verloopt in een kronkel. (S-vorm)
P en X beslissen in 1978 deze kronkel recht te trekken waardoor P een stukje van X gebruikt en omgekeerd. Ze gebruiken dus elk een stukje perceel van elkaar om een rechte grens tussen beide percelen te bekomen.
In 1989 (11jaar later) koopt P zijn perceel van eigenaar Y. P is dus geen pachter meer van zijn perceel.
X was reeds eigenaar in 1978.
P wil zijn perceel op heden terug volgens de werkelijke, kronkelende eigendomsgrens.
X wil dit absoluut niet.
1) Start bij het instellen van een eigendomsvordering de termijn van 30 jaar vanaf 1978 of vanaf 1989? Het betreft dus de eigendomsvordering op het stukje perceel waarvan P eigenaar is/was en X gebruikte.
2)Is heel de theorie van eigendomsvordering van toepassing? Gaat dit niet louter over een ruilgebruik gezien P op het moment van de wissel van gebruik geen eigenaar was?
3)Klopt het dat enkel P een eigendomsvordering kan instellen? (als verweermiddel)
Alvast bedankt.