#2 , 25 aug 2013 18:22
Het stelsel van de gemeentelijk administratieve sancties, ingevoerd bij Wet van 13 mei 1999, werd recent hervormd door de Wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet enerzijds, en de Wet van 7 mei 2004 anderzijds. Deze wetten wijzigen artikel 119bis N. Gem. W., voegen een aantal andere bepalingen in – zowel in de N. Gem. W., als in de Jeugdbeschermingswet– en schrappen een vrij omvangrijk aantal strafrechtelijke bepalingen.
Beide wetsontwerpen werden reeds in een vorige zittingsperiode ingediend en behandeld. Beide wetsontwerpen werden evenwel vervallen verklaard door de ontbinding van de kamers dd. 10 april 2003. Eind 2004 werd er overgegaan tot de ontheffing uit caduciteit, waarbij de huidige Wet van 17 juni 2004 opnieuw werd geëvoceerd. De wetsontwerpen werden beide aangenomen in de plenaire vergadering op 25 maart 2004.
Een eerste belangrijke inhoudelijke vernieuwing betreft de depenalisatie van een aantal strafbaar gestelde gedragingen. Zo worden enerzijds de artikelen in titel X van boek II van het Strafwetboek21 opgeheven en wordt enerzijds de Besluitwet van 29 december 1945 houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op de openbare weg uit het rechtsverkeer gehaald.
Deze overtredingen betreffen een uiteenlopend gamma aan storende en dus strafbaar gestelde gedragingen, zoals o.m. het roven van veldvruchten; bepaalde opzettelijke beschadigingen of vernielingen van andermans roerende eigendommen, etc.
Het oogmerk van het uit de strafrechtelijke sfeer halen van deze gedragingen, bestaat erin de gemeentelijke overheden zelf toe te laten hierover een beleid te voeren. In het nog niet zo ver verwijderde verleden werd immers duidelijk dat dergelijk gedrag zelden strafrechtelijk werd vervolgd, laat staan gesanctioneerd; terwijl het hier dikwijls heel storende en dus maatschappelijk laakbare en funeste vormen van overlast betreft. Een klimaat van straffeloosheid werkte dit alles nog meer in de hand en had in die zin dus eerder een contraproductief effect.
De gemeenteraad beschikt aldus over de (voorlopig toekomstige) mogelijkheid om haar eigen handhavingsbeleid te ontwikkelen door het opleggen van straffen of administratieve sancties voor de bovengenoemde overtredingen, of door het opleggen van een administratieve geldboete voor wat de besproken wanbedrijven betreft. Indien de gemeentelijke overheid besluit van deze mogelijkheid gebruik te maken, zal zij haar beleid hierover moeten concretiseren door het bepalen, in de onderscheiden gemeentelijke reglementen of politieverordeningen, van de aard en de omschrijving van de kwestieuze overlast, haar eventuele toepassingsgebied en uitzonderingsgevallen, de aard en grootte van de voorziene sanctie, bijkomende regels ingeval van recidive of inzake de toepasselijkheid van verzachtende omstandigheden …
De gemeentelijke overheden kunnen zich bij het opstellen van en/of inschrijven in de gemeentelijke reglementen en politieverordeningen desgevallend in de eerste plaats oriënteren op de huidige, in de Strafwet en de Besluitwet opgesomde artikelen en deze (nadien) aanpassen in functie van de beoogde doelstellingen en de gewenste effecten.
U zal dus navraag moeten doen op de gemeente naar het GAS beleid terzake en of deze een strafbaarstelling voorzien.