Verkavelingsvergunning

pietervdb
Topic Starter
Berichten: 38
Juridisch actief: Nee

Re: Verkavelingsvergunning

#31 , 12 sep 2019 13:20

Er komt schot in de zaak, mogelijks moet ik toch geen verkavelingsvergunning aanvragen. De landmeter heeft documenten gevonden dat dit al van oudsher een afgesplitst perceel is en de makelaar waar ik het stuk heb gekocht zegt dat ook. Landmeter ging nu contact opnemen met de stedenbouwkundige dienst van de gemeente.

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
pietervdb
Topic Starter
Berichten: 38
Juridisch actief: Nee

#32 , 12 sep 2019 13:24

Citaat van de landmeter in mijn voordeel:

"Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud zend ik u volgende gegevens:

Bestaande toestand aanvraag SA2
Voorgestelde toestand aanvraag SA2
Bestaande toestand omgevingsplan SA2
Opmetingsplan aanpalende percelen dd 1998 door collega L. Ritzen


De beide plannen bestaande toestand tonen aan dat perceel 467 T ongewijzigd is gebleven bij de aanvraag van het stedenbouwkundig attest. Het omgevingsplan is gebaseerd op het kadastraal percelenplan. De aanvraag dateert van 2015 en dus van voor de inwerkingtreding van het omgevingsdecreet. Logischer wijs kan het dus niet om een opsplitsing van percelen gaan aangezien er volgens de VCRO dan een verkavelingsvergunning vereist was. Het is pas bij het omgevingsdecreet dat er de mogelijkheid werd gecreëerd om een bouwgrond af te delen van een bestaand perceel zonder voorafgaandelijke omgevingsaanvraag voor het verkavelen van percelen. Dit laatste werd vernietigd door de raad van state. Onderstaand enkel paragraven uit dit arrest en een samenvatting (in het geel mijn specifieke bemerking met betrekking tot het perceel):



“B.3.7. De bestreden bepaling heeft tot gevolg dat een « omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden » niet langer verplicht is voor de opsplitsing van een perceel in één bebouwde en één onbebouwde kavel. Hierdoor wordt het mogelijk om, zonder beperking qua omvang van de percelen of het aantal ervan, de vergunningsplicht en al de daaruit volgende waarborgen voor het leefmilieu en de goede ruimtelijke ordening, te vermijden door wat in werkelijkheid een grote verkaveling is, op kunstmatige wijze te faseren.” => Er heeft geen opsplitsing plaatsgevonden en dus is het decreet op de omgevingsvergunning niet van toepassing voor dit perceel.



“Om die redenen, het Hof vernietigt artikel 52, 4°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving.” => de aanvraag dateert van voor het decreet 8/12/2017 en kan dus onmogelijk beïnvloed worden door de vernietiging van een artikel in dit decreet.



“Vóór de uitvaardiging van de welbekende “Codextrein” was een verdeling van een perceel in twee kavels, waarvan één onbebouwde kavel niet bestemd was voor woningbouw en een andere kavel wel bestemd was voor woningbouw of reeds was bebouwd, niet vergunningsplichting voor zover de onbebouwde kavel niet werd vervreemd. Met andere woorden: de eigenaar van een woning met een naastgelegen tuin die mogelijk nog bebouwbaar was, kon zonder vergunning de woning door verkoop afsplitsen en de tuin behouden met het oog op latere bebouwing. De omgekeerde operatie (behoud van de woning en verkoop van de afgesplitste bouwgrond) was dan weer wel vergunningsplichtig.

De decreetgever was van mening dat in dat laatste geval de verplichting tot het aanvragen van een vergunning tot een te zware administratieve last zou leiden voor eigenaars die beschikken over een woning op een groot perceel en die een deel van dat perceel willen afsplitsen om te verkopen voor de bouw van een woning. Om die reden wijzigde artikel 52, 4° van de Codextrein de definitie van het begrip “verkavelen” in artikel 4.1.1, 14° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Sindsdien was enkel de verdeling van een perceel in twee onbebouwde kavels (of meer), waarvan minstens één vervreemdbaar en bebouwbaar, vergunningsplichtig. In het voorbeeld van de woning met een grote tuin betekende dit dat de afsplitsing van de woning van de tuin niet langer vergunningsplichtig zou zijn, ongeacht of die afsplitsing gebeurt door vervreemding van de woning dan wel van de tuin. In dat geval zijn er immers wel twee kavels, maar is slechts één ervan onbebouwd. De koper kon dan rechtszekerheid krijgen door een stedenbouwkundig attest of door aan te kopen onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een bouwvergunning.

In zijn arrest van 23 mei 2019, nr. 80/2019, vernietigt het Grondwettelijk Hof deze nieuwe definitie, en draait daarmee de door de Vlaamse decreetgever beoogde administratieve vereenvoudiging terug. Volgens het Hof laat de vrijstelling van vergunning ruimte voor misbruik, nu deze het mogelijk maakt om “wat in werkelijkheid een grote verkaveling is, op kunstmatige wijze te faseren” en daardoor de bestaande, grondwettelijk beschermde waarborgen inzake leefmilieu en goede ruimtelijke ordening te vermijden. De vrijstelling maakt namelijk dat de overheid de aanvraag niet langer aan een concreet onderzoek zal kunnen onderwerpen en dat evenmin een openbaar onderzoek zal moeten worden georganiseerd, zodat de omwonenden niet langer over een inspraakmogelijkheid beschikken.

De vernietiging van de vrijstelling door het Grondwettelijk Hof heeft terugwerkende kracht. Dit maakt dat voor heel wat vrijwillige opsplitsingen van een perceel in één bebouwde en één onbebouwde kavel alsnog een verkavelingsvergunning (of “omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden”) vereist is, waardoor wellicht verscheidene lopende bouwprojecten op de helling komen te staan.” Bron https://www.liedekerke.com/n-het-grondw ... -1693.html

=> Hieruit blijkt dat dus enkel de administratieve vereenvoudiging bij het afdelen van 1 bouwlot wordt teruggedraaid met terugwerkende kracht, maw tot 08/12/2017, aangezien de uitspraak van de raad van state enkel geldt op dit decreet en niet op de definitie die voortvloeit uit artikel 4.1.1.14 VCRO. De laatste definitie en dus ook de VCRO is waarom er destijds een SA werd aangevraagd en goedgekeurd ipv een verkavelingsvergunning omdat er geen opsplitsing nodig was. Indien er wel een opsplitsing nodig zou zijn geweest dan had de stad negatief moeten adviseren bij de aanvraag van de perceelsdeling door de behandelende notaris. Een aanvraag tot perceelsdeling is echter nooit ingediend omdat het dossier handelde over een volledig kadastraal perceel (zonder opslitising). Indien er een perceelsdeling diende te worden doorgevoerd zou er in 2015 een voorafgaandelijke verkavelingsvergunning moeten bekomen zijn coform de VCRO."

Reclame

Terug naar “Milieurecht”