Grondwetsartikel méér dan één keer wijzigen ?

Avelivloms
Topic Starter
Berichten: 119

Grondwetsartikel méér dan één keer wijzigen ?

#1 , 01 okt 2016 21:33

Kan een grondwetsartikel dat vatbaar verklaard is voor herziening tijdens dezelfde legislatuur méér dan één keer worden gewijzigd ?
Kan men art. 150 van de Grondwet in 2017 herzien, en nog een keer in 2018 ?
Iemand schreef op politics.be van niet.
Ik heb daar nog nooit van gehoord, en het staat niet in art. 195 van de Grondwet.

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Franciscus
Berichten: 38583

#2 , 17 nov 2016 23:21

Zolang de bespreking duurt kan de tekst worden gewijzigd eens gestemd uiteraard niet meer.

Bart Vissers
Berichten: 1564
Juridisch actief: Nee

#3 , 19 nov 2016 20:43

Zolang de bespreking duurt kan de tekst worden gewijzigd eens gestemd uiteraard niet meer.
Waarom "uiteraard" niet meer? Wat is de rechtsgrond hier?
Ik heb absoluut geen probleem met foute antwoorden. Ik maak ze ook. Dat is een leerproces.
Wat me wel stoort zijn zij die eigenlijk wel beseffen dat ze fout zaten, maar stijfkoppig volhouden zonder een juridische onderbouw te geven.

Reclame

Franciscus
Berichten: 38583

#4 , 19 nov 2016 23:21

Omdat het parlement (kamer senaat) dan beslist heeft over de voorziene wijziging.
Dus aan de regel van wijziging is voldaan.

Om terug te wijzigen zal het parlement bij een volgende verkiezing artikel voor wijziging in aanmerking moeten nemen voor de ontbinding van het parlement en dan kan na de verkiezing het nieuwe parlement het nodige doen of niet.

Hier de wettelijke tekst

TITEL VIII. - DE HERZIENING VAN DE GRONDWET.

Art. 195.De federale wetgevende macht heeft het recht te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van zodanige grondwettelijke bepaling als zij aanwijst.
Na deze verklaring zijn beide Kamers van rechtswege ontbonden.
Twee nieuwe Kamers worden overeenkomstig artikel 46 bijeengeroepen.
Deze Kamers beslissen, in overeenstemming met de Koning, over de punten die aan herziening zijn onderworpen.
In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.
[1 Overgangsbepaling
Evenwel kunnen de Kamers, samengesteld ingevolge de vernieuwing van de Kamers van 13 juni 2010, in overeenstemming met de Koning, beslissen over de herziening van de volgende bepalingen, artikelen en groeperingen van artikelen, uitsluitend in de hierna aangeduide zin :
1° de artikelen 5, tweede lid, 11bis, 41, vijfde lid, 159 en 190 om de volledige uitoefening van de autonomie van de gewesten te garanderen ten aanzien van de provincies zonder afbreuk te doen aan de huidige specifieke bepalingen van de wet van 9 augustus 1988 tot wijziging van de gemeentewet, de gemeentekieswet, de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de provinciewet, het Kieswetboek, de wet tot regeling van de provincieraadsverkiezingen en de wet tot regeling van de gelijktijdige parlements- en provincieraadsverkiezingen en aan die met betrekking tot de functie van de gouverneurs, en om de betekenis van het in de Grondwet gebruikte woord "provincie" te beperken tot zijn louter territoriale betekenis, los van elke institutionele betekenis;
2° artikel 23 om het recht op kinderbijslag te waarborgen;
3° titel III om een bepaling in te voegen om te verbieden om de kieswetgeving te wijzigen op minder dan een jaar voor de geplande datum van de verkiezingen;
4° de artikelen 43, § 1, 44, tweede lid, 46, vijfde lid, 69, 71, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83 en 168 om de hervorming van het tweekamerstelsel uit te voeren en de residuaire wetgevende bevoegdheden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers toe te vertrouwen;
5° de artikelen 46 en 117 om te bepalen dat de federale wetgevende verkiezingen op dezelfde dag zullen plaatsvinden als de verkiezingen voor het Europese Parlement en dat in geval van voortijdige ontbinding de nieuwe federale zittingsperiode maar zal duren tot de dag van de verkiezingen voor het Europese Parlement die op deze ontbinding volgen, alsook om een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid toe te staan de gemeenschappen en de gewesten de bevoegdheid toe te kennen om bij bijzonder decreet of bijzondere ordonnantie de duur van de zittingsperiode van hun parlementen te regelen en de datum van de verkiezingen ervoor vast te stellen, en om te bepalen dat een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid de datum van inwerkingtreding van de nieuwe, in dit punt aangehaalde regels inzake verkiezingen regelt;
6° artikel 63, § 4, om een lid toe te voegen waarin bepaald wordt dat, voor de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de wet voorziet in bijzondere modaliteiten om de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren, en dat de regels tot vaststelling van die bijzondere modaliteiten slechts kunnen worden gewijzigd bij een wet die is aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid;
7° titel III, hoofdstuk IV, afdeling II, onderafdeling III, om een artikel in te voegen waarin wordt bepaald dat een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegdheden kan toekennen die niet toegewezen zijn aan de gemeenschappen voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 127, § 1, eerste lid, 1° en, voor wat betreft de aangelegenheden bedoeld in 1°, 3°;
8° titel III, hoofdstuk IV, afdeling II, onderafdeling III, om toe te staan dat een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, de samenwerkingsprocedures tussen de entiteiten vereenvoudigt;
9° artikel 143 om een paragraaf toe te voegen die de belangenconflictenprocedure uitsluit ten aanzien van een wet of een beslissing van de federale overheid die wijzigingen aanbrengt aan de belastbare grondslag, het belastingtarief of de vrijstellingen of aan elk ander element dat tussenkomt in de berekening van de personenbelasting;
10° titel III, hoofdstuk VI, om een bepaling in te voegen om erin te voorzien dat geen wijziging kan worden aangebracht aan de essentiële elementen van de hervorming met betrekking tot het gebruik der talen in gerechtszaken in het gerechtelijk arrondissement Brussel alsook aan de ermee overeenstemmende aspecten inzake het parket, de zetel en het rechtsgebied, dan bij een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid;
11° artikel 144 om te bepalen dat de Raad van State en, in voorkomend geval, federale administratieve rechtscolleges zich kunnen uitspreken over de privaatrechtelijke gevolgen van hun beslissingen;
12° artikel 151, § 1, om te bepalen dat de gemeenschappen en de gewesten in de aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren, beschikken over het recht om de vervolging te bevelen, via de federale Minister van Justitie die de uitvoering onmiddellijk verzekert, en om toe te staan dat een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, in de deelname voorziet van de gemeenschappen en de gewesten, in de aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren, wat betreft het opsporings- en vervolgingsbeleid van het openbaar ministerie, de bindende richtlijnen van het strafrechtelijke beleid, de vertegenwoordiging in het College van procureurs-generaal en de kadernota Integrale veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan;
13° artikel 160 om een lid toe te voegen dat bepaalt dat geen wijziging kan worden aangebracht aan de nieuwe bevoegdheden en regels van de beraadslaging van de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, dan bij een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid;
14° titel IV om een artikel in te voegen dat bepaalt dat voor de verkiezingen voor het Europese Parlement de wet voorziet in bijzondere modaliteiten teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren, en dat de regels tot vaststelling van de bijzondere modaliteiten slechts kunnen worden gewijzigd bij een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid;
15° artikel 180 om te bepalen dat de vergaderingen die wetgevend optreden bij wege van een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel, het Rekenhof opdrachten kunnen toevertrouwen, in voorkomend geval tegen betaling.
Over de punten bedoeld in het eerste lid mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.
Deze overgangsbepaling is geen verklaring in de zin van artikel 195, tweede lid.]1
----------
(1)<W 2012-03-29/06, art. 1, 028; Inwerkingtreding : 06-04-2012>

Art. 196. Er mag geen herziening van de Grondwet worden ingezet of voortgezet in oorlogstijd of wanneer de Kamers verhinderd zijn vrij bijeen te komen op het federale grondgebied.

Art. 197. Tijdens een regentschap mag in de Grondwet geen verandering worden aangebracht wat betreft de grondwettelijke macht van de Koning en de artikelen 85 tot 88, 91 tot 95, 106 en 197 van de Grondwet.

Art. 198. In overeenstemming met de Koning kunnen de grondwetgevende Kamers de nummering van de artikelen en de onderverdelingen van artikelen van de Grondwet, evenals de onderverdeling van de Grondwet in titels, hoofdstukken en afdelingen aanpassen, de terminologie van de niet aan herziening onderworpen bepalingen wijzigen om deze in overeenstemming te brengen met de terminologie van de nieuwe bepalingen en de Nederlandse, de Franse en de Duitse tekst van de Grondwet met elkaar in overeenstemming brengen.
In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en de veranderingen zijn alleen dan aangenomen, indien het geheel van de wijzigingen ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.

Avelivloms
Topic Starter
Berichten: 119

#5 , 21 nov 2016 18:40

De door de geëerde respondenten gegeven antwoorden geven geen antwoord op de rechtstreekse vraag.
Herlees de vraag.
Dank bij voorbaat.

Oude Belg
Berichten: 3192

#6 , 21 nov 2016 18:53

De door de geëerde respondenten gegeven antwoorden geven geen antwoord op de rechtstreekse vraag.
Herlees de vraag.
Dank bij voorbaat.
Er staat toch ondermeer :
Om terug te wijzigen zal het parlement bij een volgende verkiezing artikel voor wijziging in aanmerking moeten nemen voor de ontbinding van het parlement en dan kan na de verkiezing het nieuwe parlement het nodige doen of niet.
?
Waarom geen aangetekende zending als dat nodig is? "Ik heb geappt, gebeld, gezegd, gemaild, facegeboekt, met krijt op het voetpad geschreven.... " Neem pen en papier en schrijf!

Bart Vissers
Berichten: 1564
Juridisch actief: Nee

#7 , 22 nov 2016 00:04

De door de geëerde respondenten gegeven antwoorden geven geen antwoord op de rechtstreekse vraag.
Herlees de vraag.
Dank bij voorbaat.
Er staat toch ondermeer :
Om terug te wijzigen zal het parlement bij een volgende verkiezing artikel voor wijziging in aanmerking moeten nemen voor de ontbinding van het parlement en dan kan na de verkiezing het nieuwe parlement het nodige doen of niet.
?
Dat staat er inderdaad, maar wordt niet gestaafd met een rechtsgrond.
De wettekst impliceert volgens mij zelfs het tegengestelde standpunt:
Deze Kamers beslissen, in overeenstemming met de Koning, over de punten die aan herziening zijn onderworpen.
In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste twee derden van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.
Ik lees hierin NIET dat een verandering slechts eenmalig binnen een constituante kan aangenomen worden. Zolang voor beide gelegenheden binnen dezelfde legislatuur het aanwezigheid- en meerderheidsquorum bereikt zijn binnen de constituante, lijkt aan de wettelijke regel voldaan.

Ik wil je stelling niet in twijfel trekken. Maar enige referentie aan rechtspraak of gezaghebbende rechtsleer zou maw welkom zijn.
Ik heb absoluut geen probleem met foute antwoorden. Ik maak ze ook. Dat is een leerproces.
Wat me wel stoort zijn zij die eigenlijk wel beseffen dat ze fout zaten, maar stijfkoppig volhouden zonder een juridische onderbouw te geven.

Avelivloms
Topic Starter
Berichten: 119

#8 , 22 nov 2016 18:10

Het was niet mijn stelling, maar die van een forumlid op politics.be.
Nu ben ik tevreden.Met dank.

Bart Vissers
Berichten: 1564
Juridisch actief: Nee

#9 , 22 nov 2016 23:31

Ik heb hier nog wat opzoekingswerk kunnen verrichten.
Dit betreft de "theorie van de eenmalige bevoegdheid van de constituante".
Deze theorie is op zijn minst omstreden.

Velaers schrijft ondermeer: "In de rechtsleer wordt immers terecht de stelling verdedigd dat een artikel dat voor herziening vatbaar is verklaard en dat reeds is herzien, tijdens dezelfde legislatuur opnieuw kan worden herzien. [...] Het is de dubbele tweederdemeerderheid, die nog tijdens deze legislatuur opnieuw kan optreden. "
(VELAERS, J., "De zesde staatshervorming, eerste fase: BHV, de randgemeenten, Brussel en de democratie - Deel I", RW 2013, 1002-1030.)
Ik heb absoluut geen probleem met foute antwoorden. Ik maak ze ook. Dat is een leerproces.
Wat me wel stoort zijn zij die eigenlijk wel beseffen dat ze fout zaten, maar stijfkoppig volhouden zonder een juridische onderbouw te geven.

Avelivloms
Topic Starter
Berichten: 119

#10 , 23 nov 2016 16:43

Dank je Bart Vissers.
You are The Man.

Franciscus
Berichten: 38583

#11 , 24 nov 2016 23:47

Als Jan Velaers het heeft geschreven zal het wel zo zijn.
Is prof grondwettelijk en staatsrecht UA en staatsraad.

Terug naar “Staatsrecht”