#5 , 30 aug 2018 08:29
De rechtspraak is hier wel geëvalueerd zodat de uitvoering in natura ook zonder de voorafgaande machtiging van de rechter aanvaard wordt, mits aantal voorwaarden voldaan zijn:
- Een zekere ernst (niet eenduidig vastgelegd - alvast wel gehanteerd in Bergen 16 september 2003)
- Spoedeisend
- Voorafgaande in gebreke stelling
- Toekenning van een laatste redelijke termijn
- Stand van de werken/situatie op contradictoire of gerechtelijke wijze laten vaststellen
Oorspronkelijk gehanteerd in de aannemingsovereenkomsten, geleidelijk aan uitgebreid naar andere contracten, als de schuldenaar te kennen heeft gegeven niet uit te zullen voeren, of kennelijk onbekwaam of te kwader trouw is.
De bewijslast komt in dat geval wel volledig bij de schuldeiser.
De vorm van een ingebrekestelling ligt wettelijk niet vast - kan in principe ook mondeling (maar dan moeilijk te bewijzen natuurlijk in een contractuele omstandigheid). Maar schriftelijk verkeer dat kan aangetoond worden, zou ik niet uitsluiten. Belangrijk vooral lijkt dat het voor de schuldenaar duidelijk is dat - als hij nu niet de afspraken nakomt - hij voor die gevolgen zal opdraaien, én dat de schuldeiser de noodzaak van zijn interventie via buitengerechtelijke procedure kan aantonen.
Mijn eerste inschatting is dus niet eenzijdig negatief.
Ik heb absoluut geen probleem met foute antwoorden. Ik maak ze ook. Dat is een leerproces.
Wat me wel stoort zijn zij die eigenlijk wel beseffen dat ze fout zaten, maar stijfkoppig volhouden zonder een juridische onderbouw te geven.