Voor een appartementsgebouw met 5 bouwlagen in Oostende wordt in 1972 een vergunning aangevraagd en gekregen voor garage (gelijkvloers), 4 appartementen en op 5e verdieping een technische ruimte. In de praktijk wordt de 5e verdieping verhuurd als studio (staat ook zo in de verkoopaktes sedert 1984). Stedenbouw verwittigt (in 1972?) eigenaar van de onregelmatigheid, maar onderneemt niets, en de studio blijft meer dan 30 jaar verhuurd als studio, met domicilievestiging door opeenvolgende huurders.
Bij de voorbereiding van een verkoop in 2017 wordt Stad Oostende gevraagd om een regularisering, op grond van “meer dan 30 jaar verhuring” plus aantoonbaar goede staat van de studio (EPC, elektrische keuring, foto's renovatie). Deze regularisatie wordt door de Stad Oostende geweigerd, met als (telefonisch meegedeeld) motief: oppervlakte niet toereikend volgens Stedelijke Bouwverordening. Maar
(a) deze bouwverordening dateert van 1999, terwijl de verhuringen teruggaan tot minstens 1984
(b) de bouwverordening zegt uitdrukkelijk van toepassing te zijn op NIEUWE werken of aanpassingen (en dus niet op regularisaties?)
Vragen:
– kan deze weigering (die niet schriftelijk werd bevestigd) aangevochten worden, en heb ik als eigenaar een kans om dit te winnen?
– kent iemand een advocaat met ervaring in dit soort zaken? Graag mail regvg (at) gmx (punt) com