De notaris, Naicwill en asperger zijn het erover eens dat bij vernieuwingskosten, beslist door een algemene vergadering gehouden tussen het tekenen van de compromis en de akte, de aanwezigheid van de koper bij volmacht een van de bepalende elementen is om te besluiten wie deze kosten dient te dragen.
Poene en asperger stellen dat daarenboven het moment waarop de syndicus om betaling verzoekt ( factuur stuurt) heel belangrijk is en mede bepalend.
Stuurt de syndicus de factuur tussen de algemene vergadering en de akte dan zou volgens Poene en Asperger de verkoper dienen te betalen, wordt de factuur verstuurd na de akte dan vallen deze kosten ten laste van de koper.
Dit is een merkwaardig standpunt. Wie dient te betalen maken zij afhankelijk van de snelheid van handelen van de syndicus. Verstuurt de syndicus snel de factuur met betrekking tot de beslissing van de algemene vergadering dan dient de verkoper te betalen, stuurt hij ze eerder laat dan dient de koper te betalen.
Dikwijls is de syndicus ook nog makelaar en is de kans niet gering dat hij als makelaar handelt in opdracht van de verkoper. Als makelaar dient hij dan de belangen van verkoper te optimaliseren, als syndicus dient hij alle mede-eigenaars correct en gelijk te behandelen. Hij heeft hier een belangenconflict.
Dit heeft de wetgever wensen te vermijden. De opeisbaarheid van de schuld speelt bij de overdracht van een kavel geen enkele rol. Enkel het al dan niet aanwezig zijn bij volmacht is bepalend.
Thomas De Plecker heeft als Masterproef in het notariaat de overdracht van privatieve kavels bij appartements-eigendom uitgebreid behandeld.
De volledige 66 pagina's zijn op het internet te vinden.
http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/1 ... 001_AC.pdf
Ik geef alvast het gedeelte dat betrekking heeft op de vraag van TS.
Evenzeer zweeg de Wet van 30 juni 1994 over wanneer een schuld precies "opeisbaar" werd.
Was dit op het moment dat de syndicus zelf de factuur van diens aannemer kreeg? De datum waarop de syndicus het verslag opstuurde van de algemene vergadering die de beslissing nam?66 De onduidelijkheid bracht de wetgever ertoe om in de Wet van 2 juni 2010 te bepalen dat de buitengewone lasten en oproepen, die hun oorsprong vonden voor de vaste datum van
overdracht, maar waarvoor de syndicus pas na die datum om betaling verzoekt, ten laste van de nieuwe mede-eigenaar vallen. A contrario zullen de buitengewone lasten en oproepen, waarvoor de syndicus wel al om betaling heeft verzocht voor de vaste datum van overdracht wel nog ten laste van de overdrager vallen. Doch, als uitzondering hierop geldt het geval waarin de last of oproep tot kapitaalinbreng een gevolg zou zijn van een beslissing van de algemene vergadering van mede-eigenaars, genomen tussen de ondertekening van de onderhands akte en de authentieke akte, op voorwaarde dat de verkrijger op het moment van die vergadering beschikte over een volmacht om de algemene vergadering bij te wonen.67Deze uitzondering zal tegenstelbaar zijn aan de vereniging van mede-eigenaars. 68