Dus in geval dat er bijvoorbeeld een huurder zit in het verkochte onroerende goed, kan de afspraak op het compromis nooit zijn dat de koper al de huurgelden kan ontvangen, want met die overeenkomst kan de koper niet bewijzen dat hij al eigenaar is en mag de huurder die vraag tot betaling negeren?
Moeilijke vraag. Onder alle voorbehoud mijn standpunt.
Als de verkoopcompromis niets voorziet i.v.m. de eigendomsoverdracht en het genot van de woning gaat deze onmiddellijk over op de koper. De koper heeft van dat ogenblik recht op de huurgelden.
Art. 1 Hypotheekwet bepaalt dat een verkoop van een onroerend goed moet overgeschreven worden op het hypotheekkantoor en dat "Tot dan toe kan men zich op die akten niet beroepen tegen derden die zonder bedrog gecontracteerd hebben".
De akte is niet tegenstelbaar aan de huurder die te goeder trouw is. Als de huurder in kennis gesteld wordt van de inhoud van de akte, is deze wel aan hem tegenstelbaar, ook al is deze nog niet overgeschreven op het hypotheekkantoor. Vanaf dat ogenblik kan de huurder niet meer te goeder trouw beweren dat hij niet weet dat de koper niet de eigenaar is.
Dit betreft de relatie koper - huurder.
In de relatie verkoper - koper geldt de onmiddellijke eigendomsoverdracht en kan de koper van de verkoper de huurgelden eisen die deze na de ondertekening van de compromis ontvangen heeft.