Iklees in de teksten toch overal dat er een woning moet opgericht zijn geweest EN hoofdverblijfplaats.
Voor de verrekening of teruggave moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn :
nieuwe aankoop moet op een “tot bewoning aangewend of bestemd onroerend goed” slaan dat in het Vlaams Gewest is gelegen. De belastingplichtige moet er bovendien zijn “hoofdverblijfplaats” vestigen en heeft daar, na de datum van de authentieke aankoopakte, twee jaar tijd voor, indien de aankoop een woning betreft ; en drie jaar, indien het om een stuk bouwgrond gaat.
Dat het om de “hoofdverblijfplaats” moet gaan, houdt volgens de Vlaamse Minister van Financiën in dat de belastingplichtige “langdurig” het nieuw aangekochte goed moet bewonen. Ingeval van “speculatie”, zo waarschuwt hij, kan het voordeel van de verrekening of teruggave worden herroepen (Verslag, Parl. St. Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. 963/4, p. 5) ;
de verkoop (van de ‘oude’ hoofdverblijfplaats) en de aankoop (van de ‘nieuwe’ hoofdverblijfplaats) moeten “zuiver en eenvoudig” gebeuren. Volgens de Minister wordt met “zuiver” bedoeld, “dat de aankoop en de verkoop noodzakelijk moeten gerealiseerd zijn bij een contract van kop in de enge zin”. Zijn dus uitgesloten, verrichtingen zoals “ruil, afstand van onverdeelde rechten” en “de in de artikelen 129 en 130 W.Reg. bedoelde verrichtingen” (cf. verkrijging door vennoten van onroerende goederen die voortkomen van een vennootschap). Een “eenvoudige” aan- of verkoop houdt in dat “de eigendomsoverdracht onvoorwaardelijk moet zijn” (Verslag, l.c., p. 18).
Noteer dat wat de initiële hoofdverblijfplaats betreft (waarvan de rechten worden meegenomen), het Decreet niet uitdrukkelijk vereist dat de aankoop ervan “zuiver en eenvoudig” gebeurde ; enkel de “verkoop” ervan moet zuiver en eenvoudig zijn.
de transacties moeten elkaar opvolgen binnen strikte termijnen :
in het verrekeningsstelsel (eerst verkoop, dan aankoop), moet de aankoop van de ‘nieuwe’ hoofdverblijfplaats vaste datum hebben binnen twee jaar te rekenen van de datum van de authentieke verkoopakte van de ‘oude’ hoofdverblijfplaats ;
in het teruggavestelsel (eerst aankoop, dan verkoop), moet de verkoop van de ‘oude’ hoofdverblijfplaats vaste datum hebben binnen twee jaar te rekenen van de datum van de authentieke aankoopakte van de ‘nieuwe’ hoofdverblijfplaats. Die termijn wordt met één jaar verlengd, indien de nieuwe aankoop een stuk bouwgrond betreft.
Door de “vaste datum” als aanknopingspunt te nemen (i.p.v. het verlijden van de authentieke akte) wil de decreetgever vermijden dat het voordeel van de meeneembaarheid verloren zou gaan ingeval de tegenpartij weigert de akte te verlijden. Vaste datum kan immers ook worden verkregen door het ter registratie aanbieden van de “compromis”-akte (Parl. St. Vlaams Parlement, 2001-2002, nr 963/2, p. 2) ;
een aantal strikte formaliteiten moeten worden nageleefd. Die moeten in beginsel gebeuren in de ter registratie aangeboden authentieke akte waarbij de transactie die aanleiding geeft tot de verrekening of teruggave, wordt vastgesteld, zijnde respectievelijk de ‘nieuwe’ aankoop of de verkoop van de ‘oude’ woning. Maar zij mogen ook worden volbracht in een ander document dat ter registratie wordt aangeboden (cf. de voormelde hypothese van registratie van de compromis-akte).
In die akte of dat document moet de belastingplichtige onder meer “uitdrukkelijk” om toepassing van de verrekening of de teruggave vragen, afschriften van “registratierelazen” toevoegen en bevestigen dat hij aan de gestelde voorwaarden voldoet (i;e. verklaren dat hij binnen de gestelde termijn in het nieuw aangekochte goed zijn hoofdverblijfplaats zal vestigen, en dat hij de verkochte woning als hoofdverblijfplaats gebruikte “ten tijde van” de eerste transactie, d.i. dus, voor het verrekeningsstelsel, “ten tijde van de verkoop” van de ‘oude’ woning ; en voor het teruggavestelsel “ten tijde van” de nieuwe aankoop).
Al de voormelde formaliteiten moeten vervuld zijn op het ogenblik van de aanbieding ter registratie. Maar voor het geval de belastingplichtige niet tijdig aan de vormvoorwaarden (b.v. de registratie-relazen) kan voldoen, heeft de decreetgever in een ‘vangnet’ voorzien dat toelaat na de registratie alsnog via een schriftelijk verzoek de ‘meeneembare’ rechten terug te vragen (van onmiddellijke verrekening kan geen sprake meer zijn, vermits de nieuwe aankoop per definitie reeds in geregistreerd). Vereist is dan wel dat de belastingplichtige bij de registratie reeds bevestigde dat voldaan is aan de voorwaarde inzake de “hoofdverblijfplaats” ; en dat het voormelde verzoek binnen zes maanden gebeurt te rekenen vanaf de registratie van, ofwel de nieuwe aankoop, ofwel de verkoop van de vorige woning (naargelang het verrekeningsstelsel dan wel het teruggavestelsel van toepassing zou zijn geweest bij de registratie).
wat ten slotte de teruggaveregeling betreft, mag de belastingplichtige bij de verkoop van zijn ‘oude’ hoofdverblijfplaats niet opteren voor de (federale) teruggaveregeling van artikel 212 W.Regi. (cf. de regeling waarbij 3/5 van het algemeen verkooprecht wordt teruggegeven, indien een woning binnen twee jaar na aankoop opnieuw wordt verkocht). Het Decreet sluit immers een cumul uit tussen de “Vlaamse” en de “federale” teruggaveregeling.
en ook
http://www.vlaanderen.be/nl/overheid/we ... ooprechten" onclick="window.open(this.href);return false;
en
http://www.notaris.be/verkopen-kopen-hu ... embaarheid" onclick="window.open(this.href);return false;