Inderdaad, de oplevering van de privatieve delen kan slechts gebeuren na die van de gemene delen, inbegrepen de toegangen maar daar gaat het om de eindoplevering.
Maar, behoudens tegenbewijs geldt de inbezitneming of het gebruik van het goed als vermoeden van stilzwijgende aanvaarding. Met als gevolg dat de promotor niet meer de zichtbare gebreken moet herstellen.
Staat er zo niets in het contract?
Jawel. Maar alleen voor zichtbare gebreken aanwezig bij
voorlopige oplevering. Maar deze barst was er toen niet. Er was dus geen zichtbaar gebrek op dat ogenblik. Anders zou ik dat in het verslag van de voorlopige oplevering laten opnemen hebben. De muurafwerking en schilderwerken in het algemeen maakten trouwens deel uit van de voorlopige oplevering. Dergelijk resultaat zou ik nooit aanvaard hebben, het gaat om een gebrek dat duidlijk in het oog springt bij het betreden van de living. Rond de barst is ook het stukadoorwerk van de muur op verschillende plaatsen losgekomen waardoor het behang nu ook blazen vertoont. Probleem nu is dat over een breedte van vier meter het glasvezelbehang van de muur moet worden verwijderd want de barst heeft dat weefsel grondig beschadigd. Na verwijdering glasvezelbehang moet de muur eerst opnieuw gestukadoord worden.
Aangezien het een niet zichtbaar gebrek was bij de voorlopige oplevering maar ontstaan voor de
definitieve oplevering heeft plaatsgevonden lijkt het toch logisch dat dit nog onder garantie valt? Zoniet, welke gebreken zijn dan wel in garantie in de tussentijdse periode tussen die 2 opleveringen?
Waar een weg is is een wil.