JuridischForum.be

ik ondertekende een verkoop/aankoopbelofte voor de aankoop van een groot stuk grond.
onder voorbehoud dat het verkavelbaar was als bouwgrond.
Ik zou als kandidaat-koper zelf zorgen voor de verkavelingsvergunning met hulp van de kandidaat-verkoper.
de aan/verkoopbelofte was onder opschortende voorwaarde dat ik een verkavelingsvergunning zou bekomen voor 1/6/2009 en met de verplichting dat de aan vraag binnen moest zijn ten laatste op1/9/08.door omstandigen lukte dit niet en werd er een annex gemaakt waarin deze termijn werd aangepast naar01/11/08. de landmeter diende het verkavelingsdossier binnen op 08/11/08.waarvan ik meding maakte aan de notaris.op 11 juni 2009 was er nog steeds geen vergunning afgeleverd.
op 11 juni 2009 liet ik aan de kandidaat-verkoper weten dat ik niet meer aan de overeenkomst gebonden was aangezien niet alle voorwaarden vervuld waren.nl .de verkavelingsvergunning was niet tijdig bekomen
Nu weigert de kandidaaverkoper de warborgsom terug te betalen want de notaris heeft hun gezegd dat de overeenkomst toch van kracht blijft ondanks het overschrijden van de datum van 01/06/09
wat denken jullie heirvan

‘de aan/verkoopbelofte was onder opschortende voorwaarde dat ik een verkavelingsvergunning zou bekomen voor 1/6/2009’ heeft als gevolg : “Art.1181.Een verbintenis onder een opschortende voorwaarde aangegaan, is die welke afhangt ofwel van een toekomstige en onzekere gebeurtenis, ofwel...In het eerste geval kan de verbintenis niet uitgevoerd worden dan nadat de gebeurtenis heeft plaatsgehad...”(Burgerlijk Wetboek).

‘kan de verbintenis niet uitgevoerd worden’ belet haar voortbestaan niet. Onderzoek in uw onderhandse akte of daarin al dan niet ook een ontbindende voorwaarde uitdrukkelijk bedongen werd.

“Art.1590.Indien bij de verkoopbelofte handgeld is gegeven, is ieder van de contractanten vrij van de verkoopbelofte af te zien : Hij die het handgeld heeft gegeven, door het te laten behouden. En hij die het handgeld heeft ontvangen, door het dubbel terug te geven.”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).

“870.Een voorschot is een som geld...dat één der partijen aan de andere overhandigt bij het sluiten van het contract. Het kan betekenen: a) dat partijen zich het recht voorbehouden,het contract eenzijdig op te zeggen,-mits verlies van het voorschot...b dat het contract gesloten is.-een bewijsfunctie derhalve...c dat de koper contant een deel van de prijs betaalt...-Art.1590 BW behandelt het voorschot enkel als een middel tot opzegging...”(DEKKERS,R.,Handboek Burgerlijk Recht,Brussel Bruylant 1971,p.498).

Onderzoek dus in uw overeenkomst wat daarin over de betekenis van het voorschot vermeld is. Bij ontbreken van enige vermelding daarover kan u ervan uitgaan dat betekenis a) hierboven van toepassing is.