#3 , 22 jan 2014 08:30
“Art.443.Hij die in de hierna aangeduide GEVALLEN aan een persoon kwaadwillig een bepaald FEIT ten laste legt, dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen, en waarvan het wettelijk bewijs niet wordt geleverd, is schuldig aan laster, wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegde feit toelaat, en aan eerroof, wanneer de wet dit bewijs niet toelaat...Art.444.De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro, wanneer de tenlasteleggingen geschieden :...Hetzij om het even op welke plaats,in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen...”(8 juni 1867 Strafwetboek).
‘Het in art. 445, derde lid, Sw., bedoelde wanbedrijf is zowel van toepassing op de aantijging van een waar feit als op de aantijging van een vals feit, mits de aantijging is ingegeven door kwaad opzet (1)’. (1) Zie J. NYPELS, Législation criminelle de la Belgique, dl. III, Brussel, 1868, blz. 366, nr 86,Cass. 3 december 2003.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/