Doodsbedreigingen (en bedreigingen met aanslag op goederen of personen in het algemeen) zijn enkel strafbaar indien ze gebeuren onder een bevel of met een voorwaarde. Wat betreft de belaging verwijs ik naar Franciscus' uitleg.
Wel alles lezen, Jules.
HOOFDSTUK II. - (BEDREIGINGEN MET EEN AANSLAG OP PERSONEN OF OP EIGENDOMMEN EN VALSE INLICHTINGEN BETREFFENDE ERNSTIGE AANSLAGEN). <W 04-07-1972, art. 5>
Art. 327. <W 04-07-1972, art. 1> Hij die, hetzij mondeling, hetzij bij een naamloos of ondertekend geschrift, iemand onder een bevel of onder een voorwaarde, bedreigt met een aanslag op personen of op eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van honderd frank tot vijfhonderd frank.
De bedreiging met een aanslag op personen of eigendommen waarop een criminele straf gesteld is, bij naamloos of ondertekend geschrift, zonder bevel of voorwaarde, wordt gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van vijftig frank tot driehonderd frank.
Art. 328. <W 04-07-1972, art. 2> Hij die, hetzij mondeling, hetzij bij een naamloos of ondertekend geschrift, (hetzij door welke gedraging ook,) wetens en willens een vals bericht geeft over het bestaan van gevaar voor een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is, wordt gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van vijftig tot driehonderd frank. <W 2003-04-04/59, art. 2, 042; Van kracht : 15-05-2003>
Art. 328bis. <Ingevoegd bij W 2003-04-04/59, art. 3; Van kracht : 15-05-2003> Hij die op om het even welke wijze stoffen verspreidt die, zonder op zichzelf gevaar in te houden, de indruk geven gevaarlijk te zijn en waarvan hij weet of moet weten dat hierdoor ernstige gevoelens van vrees kunnen worden teweeg gebracht voor een aanslag op personen of op eigendommen, waarop gevangenisstraf van ten minste twee jaar is gesteld, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro.
Art. 329. <W 04-07-1972, art. 3> Hij die iemand door gebaren of zinnebeelden bedreigt met een aanslag op personen of eigendommen, waarop een criminele straf gesteld is, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig frank tot honderd frank.
Art. 330. <W 04-07-1972, art. 4> Hij die, hetzij mondeling, hetzij bij een naamloos of ondertekend geschrift iemand onder een bevel of onder een voorwaarde bedreigt met een aanslag op personen of eigendommen, waarop gevangenisstraf van ten minste drie maanden gesteld is, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig frank tot honderd frank.
Art. 331. In de gevallen van artikel 327 kan de schuldige bovendien worden veroordeeld tot ontzetting van rechten overeenkomstig artikel 33 (...). <W 09-04-1930, art. 32>