#6 , 06 mei 2007 12:56
?Art.34.De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te beschermen tegen alle vormen van sexuele exploitatie en sexueel misbruik. Hiertoe nemen de Staten die partij zijn met name alle passende nationale, bilaterale en multilaterale maatregelen om te voorkomen dat :...c) kinderen worden ge?xploiteerd in pornografische voorstellingen en pornografisch materiaal.?(Verdrag Rechten van het Kind 20 november 1989).
Zelfs een naaktfoto is niet noodzakelijk een pornografische voorstelling,zodat deze bescherming daarop dan niet van toepassing is.
?Art.383...Met dezelfde straffen wordt gestraft:Hij die, met het oog op de handel of de verspreiding...afbeeldingen of prenten, die strijdig zijn met de goede zeden, vervaardigt...Art.383bis.? 1. Onverminderd...wordt hij die...foto's...die houdingen of seksuele handelingen met pornografisch karakter voorstellen waarbij minderjarigen betrokken zijn of worden voorgesteld...met het oog op...de verspreiding vervaardigt...gestraft met opsluiting...?(Strafwetboek).
?Om te beslissen dat prenten strijdig zijn met de goede zeden,moet de rechter vaststellen dat zij het schaamtegevoel van de doorsnee burger kwetsen;hij kan dus niet wettig beslissen dat prenten strijdig zijn met de goede zeden op grond dat deze prenten het schaamtegevoel van slechts enkele personen kwetsen?(Cass. 28 september 1977,Pas. 1978,I,119).
Zelfs een naaktfoto is niet noodzakelijk strijdig met de goede zeden en stelt niet noodzakelijk houdingen of seksuele handelingen met pornografisch karakter voor.
Worden de foto?s niet gemaakt met het oog op de handel of de verspreiding dan ontbreekt een voor voornoemde misdrijven noodzakelijk bestanddeel,zelfs al zijn de foto?s strijdig met de goede zeden en zelfs al stellen ze houdingen of seksuele handelingen met pornografisch karakter voor.
?Art.10.De auteur of de eigenaar van een portret...heeft niet het recht het te reproduceren of aan het publiek mede te delen zonder toestemming van de geportretteerde...?(Auteurswet 30 juni 1994).
?Een toelating tot het maken van een afbeelding impliceert geen toelating tot het verspreiden en gebruiken van de afbeelding?(Rb.Mechelen AR.15791,29 maart 1983,R.W. 1984-85,62-63)
Zie zonodig ook :
BALLON,G.,De rechten van de geportretteerde,R.W. 1985-86,2645-2649;
GULDIX,E.,Algemene systematische beschouwingen over het persoonlijkheidsrecht op eigen afbeelding,R.W. 1980-81,1161-1175.
LIEVENS,J.,Het recht op afbeelding,R.W. 1976-77,1857-1858;